woensdag 29 februari 2012

Meten aan water

Niet al het water is hetzelfde. Je hebt zuurstofrijk water, zuurstof arm water, water met veel voedingsstoffen en water dat veel kalk bevat. Al deze watertypes zorgen voor een ander soort natuur en weten wat voor soort water je in een gebied hebt is dus enorm belangrijk als je goede plannen voor beheer en inrichting wilt maken.

Er is alleen een probleem. Al het water is even nat en ziet er ook nog eens (meestal) allemaal het zelfde uit! Als je wilt weten met wat voor water je te maken hebt zul je dus op onderzoek uit moeten. Op Landgoed Larenstein hebben we wateren van verschillende kwaliteit en verschillende herkomst. Voor een onderwijsinstelling die gaat over natuur inrichting en milieu is er geen betere locatie denkbaar! De studenten op de foto zijn hier met een veldset bezig enkele tests uit te voeren om het zuurstofgehalte en de waardes van enkele andere opgeloste stoffen te bepalen. Later word dit in het laboratorium uitgewerkt zodat je precies kunt zien wat voor water je hebt gevonden. En nou maar hopen dat ze er niet invallen.

Foto en tekst: Tim van leeuwen

maandag 13 februari 2012

Landgoedbeheer tijdens het winterweer

Ondanks de winterse omstandigheden zijn de afgelopen weken werkzaamheden uitgevoerd op het landgoed. De verantwoordelijke hiervoor (André Hertog) geeft graag uitleg over de redenen hiervoor.

Het doornstruweel bij de oude poort is voor het eerst in 10 jaar afgezet. De Meidoorns, Sleedoorns en Wegedoorns die hier staan hebben het afgelopen jaar weinig gebloeid en het is tijd om ze weer te verjongen. Hierdoor valt er meer licht op de bodem en het is nog een verrassing wat we in het voorjaar voor ondergroei aantreffen (tot nu toe waren het vooral brandnetels).

Het Heemtuinbosje tegenover de fietsenstalling is gedund. Hier staan veel soorten bomen en struiken, maar omdat de eiken te dicht op elkaar staan valt er weinig licht op de bodem en dat gaat ten koste van de ondergroei. Eikenblad bevat looizuur en als het blad in het ven terecht komt zorgt dat voor verzuring, daarom zijn de eiken langs de rand weggehaald.

De meidoornhaag heeft zijn 5jaarlijkse knipbeurt ook weer gehad en staat er weer kort en strak bij. Meidoornhagen worden waarschijnlijk al gebruikt sinds de bronstijd (ca. 3000 tot 800 voor Christus), De Romeinen plaatsten gevlochten meidoornhagen rond hun nederzettingen. Tot de uitvinding van het prikkeldraad (1873) werd dit in heel Europa toegepast.



Tekst: Niek Meister

Foto: Tim Lemmerlijn

vrijdag 10 februari 2012

Kikvors met vorstschade

Bevroren tenen en vingers zijn geen pretje maar meestal goed voorkombaar door niet op sandalen naar buiten te gaan als er ongeveer een meter sneeuw ligt. De juiste kleding voorkomt onderkoeling. De meeste dieren hebben die luxe echter niet. Daar kwam deze kikker maar weer eens pijnlijk achter.

De bruine kikker die op de foto staat had besloten te gaan overwinteren in de badkuip naast de ruïne. Jammer voor hem is dit altijd een van de eerste plaatsen die dicht vriest op het Landgoed. Niet echt een geweldige overwinteringsplaats dus!

De blaren op de neus van dit dier zijn veroorzaakt doordat het water onder de huid van de kikker bevriest en daardoor uitzet. Lichtelijk onprettig maar niet zo onprettig als de uitzettende ijskristallen die als scherpe naalden door de cellen heen prikken en zo het weefsel van deze kikker in een zacht soepje veranderen.

Zo ver is het gelukkig nog niet, en zo ver zal het ook wel niet komen. Deze kikker is namelijk samen met enkele andere exemplaren overgeplaatst naar een dichtbij gelegen sloot die meer ruimte bied en dus minder snel helemaal dicht vriest.

Tekst: Tim van Leeuwen
Foto: Ernst Jan Penninkhof

donderdag 2 februari 2012

Kluu Kluu Kluu….Roffelt zelden

Een krachtige snavel, brede vleugels en een relatief korte staart. Groene bovendelen, licht grijze onderdelen met een rode kruin en licht gele stuit en onderrug. Geluid: een zeer luid klinkend, lachend kluu-kluu-kluu (bij snelle herhaling naar de ie-klank toe). Roffelt zelden.
Dit is natuurlijk de Groene specht (Picus viridis) dat kan niet missen maar ik vind de Pietersons Vogelgids altijd wel een mooie manier van beschrijven hebben. Vooral de beschrijving van het geluid vind ik geniaal. Dankzij deze beschrijving kunnen we de groene specht nu ook herkennen aan geluid dat niet tot nauwelijks gemaakt word.

Spechten hebben een aantal aanpassingen en gedragingen die ze duidelijk onderscheid van andere vogels. Als eerste natuurlijk die “krachtige snavel”. Die zit daar niet voor niets!
Op zijn eeuwige zoektocht naar insecten headbangt de specht zijn snavel met een snelheid die kan oplopen tot 7 meter per seconde (25 Km/h) tegen de boomschors. Menig metal fan zou hier een zware migraine aan overhouden als hij het al overleeft! Onderzoek heeft aangetoond dat de schedeltjes van deze gevederde timmermannen tot ongeveer 1200g te voorduren kunnen krijgen tijdens een flinke hamerslag. Een normaal mens verliest bewustzijn bij ongeveer 6g en bij de meeste moeten er rouwkaarten besteld worden als we langer dan enkele milliseconden worden blootgesteld aan meer dan 50g.

De specht heeft hier geen last van omdat hij een brein heeft dat klem vast in de schedel zit ingebouwd. Bovendien is het brein erg glad en zit er weinig vocht in het hoofd zodat ze geen last hebben schokgolven die door het breinvocht doorgegeven worden. Ter ondersteuning worden de ergste klappen ook nog opgevangen door sterke spieren en veerkrachtige beenderen.

Als je dit allemaal bekijkt zie je dus dat de specht wel goed beschermt is en dus waarschijnlijk geen hoofdpijn overhoudt aan zijn getimmer. Ondanks deze aanpassingen heb ik toch niet het idee dat het erg plezierig moet zijn om met 25 km/h met je hoofd frontaal tegen een boom aan te botsen…zeker niet als ik dat gemiddeld 12000 keer per dag moet doen. Geen wonder dat de Groen specht zelden roffelt.

Tekst: Tim van Leeuwen
Foto: Robin Kraaij