dinsdag 24 april 2012
De Witte klaverzuring
Door de warme periode in maart liep de ontwikkeling van planten voor op de normale situatie. Maar door de kou van de afgelopen tijd zijn we deze voorsprong kwijt geraakt.
Op dit moment bloeit de Witte klaverzuring (Oxalis acetosella) in het Kappellenbos op het landgoed. Deze overblijvende plant komt voor op vochtige beschaduwde plaatsen in bossen en heggen en voelt zich hier dus goed thuis. Witte klaverzuring is het meest gespecialiseerd aan een minimale lichtbehoefte. De planten blijven erg laag maar de wit tot paars geaderde kroonbladeren vallen goed op. De drie hartvormige blaadjes lijken op klaver maar het is geen familie.
Witte klaverzuring bevat een hoog gehalte aan oxaalzuur, waardoor het een bittere zure smaak heeft. Dit komt ook terug in de naam. Oxalis is afgeleid van het Griekse woord oxys dat zuur betekent. De tweede naam acetosella betekent in het Latijn ‘naar azijn smakend’. In Noord-Amerika werd klaverzuring door indianen aan hun paarden gevoerd om ze sneller te laten lopen.
Tekst en foto: Niek Meister
Met dank aan: Andre van Harxen
dinsdag 17 april 2012
Een slak aan de wandel
Regen is nou niet voor iedereen een van de meest ideale weersomstandigheden voor een gezellige avondwandeling. Deze Wijngaardslak (Helix pomatia) dacht daar duidelijk anders over. Normaal worden deze dieren op Landgoed Larenstein alleen gevonden rond de ruïne van de voormalige pastoorswoning. Deze slak was duidelijk wat avontuurlijker en werd door Ben ter Mull gevonden op een van de paden in de demonstratie tuin. Dit betekend dat deze “wereldreiziger” toch wel enkele honderden meters van zijn oorspronkelijke habitat verwijdert is geraakt!
Maar waarom komen Wijngaardslakken nou niet over heel het landgoed voor? Dit heeft te maken met het enorme huis dat ze op hun rug mee dragen. Met een huisje van maximaal 5 cm in doorsnede is deze slakkensoort de grootste huisjesslak van ons land. Voor de bouw van een dergelijk huisje is natuurlijk een hoop kalk nodig. Omdat de ruïne gebouwd is met kalkrijk cement vinden wijngaardslakken hier de omstandigheden die ze nodig hebben. De rest van het landgoed is dus te kalkarm om de Wijngaardslak van een geschikte woning te voorzien.
Deze reizende Wijngaardslak verkeert overigens in goed gezelschap. Biologen gaan er van uit dat de slak van nature gebonden is aan warmere streken in Midden en Zuid Europa. Hoe komen de slakken dan hier? Wel laten we zeggen dat mensen overal ter wereld altijd en in alle tijdperken de vreemde gewoonte lijken te hebben dingen die slijmerig en onappetijtelijk zijn als delicatesse te beschouwen. De eerste vondst van wijngaardslakken dateren waarschijnlijk uit het Neolithicum wat de Wijngaardslak waarschijnlijk tot een van de oudste exoten in ons land maakt. Ik kan mij niet indenken dat een dergelijk slijmerig stukje vlees echt heel lekker is maar kennelijk waren onze voorouders er zo aan verknocht dat ze genoeg dieren hebben ingevoerd om een stabiele populatie te stichten. Later geholpen door de Romeinen is de wijngaardslak inmiddels niet meer weg te denken uit de Nederlandse fauna. Ze wordt niet meer beschouwd als exoot en wordt zelfs gezien als een zeldzame diersoort die het beschermen waard is. Van exotisch voedingssupplement naar beschermd natuurschoon, die wijngaardslakken zijn dus lang zo sloom nog niet!
Foto: Ben ter Mull
Tekst: Tim van Leeuwen met dank aan Ben ter Mull voor de inspiratie