donderdag 5 november 2015

Mast!


De herfst is al weer in volle gang en met het vallen van de bladeren vallen ook de vruchten en zaden van veel bomen.
Om zich voort te planten produceren bomen zaden. Deze zaden bevatten uiteraard veel voedingsstoffen om de zaailing een goede start te geven. Omdat deze vruchten zo voedzaam zijn worden ze dan ook door veel dieren onderschept.
Met name de eikels van de inheemse Eikensoorten (Quercus) hebben veel liefhebbers.

Bij enkele dieren zijn mastjaren zelfs te zien in de populatiegroei. Als er meer eikels en andere vruchten (mast) van de bomen valt hebben de jongen meer te eten en is de kans dat ze hun eerste levensjaar door komen groter. Zoals hier ook te lezen is in een stukje van natuurbericht:

De zomer- en wintereiken, ook wel inlandse eiken genoemd, hangen dit jaar vol met eikels. Op de Veluwe is sprake van een redelijke mast, maar eiken in het cultuurlandschap en in de stad koersen af op een volmast of zelfs extreme volmast. Opvallend is dat de beuk voor het eerst sinds 1990 voor het derde jaar op rij beukennootjes draagt. Door de vanaf 2013 goede voedselsituatie voor wilde zwijnen lijkt 2016 een recordjaar te worden wat betreft het aantal wilde zwijnen. Deze verwachting wordt verder versterkt door de waarnemingen van volop pasgeboren biggetjes in augustus.
Veel eikels aan de bomen, record aantal zwijnen in 2016 verwacht
Natuurbericht
Bericht uitgegeven door Natuurlijk! Fauna-Advies en De Natuurkalender op zondag 20 september 2015

 
Wild Zwijn (Sus scrofa) Gemaakt door: Thijs Damen


De productie van mast varieert sterk per jaar en er zijn dus ook jaren dat er minder vruchten geproduceerd worden. De dieren die afhankelijk zijn van mast hebben dus ook jaren van schaarste. Maar zwijnen en andere grote zoogdieren eten uiteraard ook andere dingen. Een diertje dat volledig afhankelijk is van bijvoorbeeld eikels is de Kleine Eikelboorder (Curculio glandium). Dit indrukwekkende insect is een lid van de Snuitkever familie en maakt van de eikels een broedkamer voor zijn larven. De larven eten zich vol aan de voedzame kern van de eikel. De eikels die van binnenuit worden opgegeten zijn niet meer geschikt om te ontkiemen en vallen ook eerder van de boom dan de rest. De larven van de Eikelboorder kruipen na het vallen in de herfst in de grond en verpoppen daar. Ze overwinteren als pop in de grond en komen er in het voorjaar als kever uit om daarna opnieuw eitjes te leggen in de vruchtbeginsels van de Eiken.

 
Kleine Eikelboorder (Curculio glandium) gemaakt door: Thijs Damen


 Zoals iedereen weet zijn eikels stevige vruchten. Dit is erg handig als je ze wil bewaren voor de winter. De Rode Eekhoorn (Sciurus vulgaris) is een hele bekende verzamelaar. Hij begraaft zijn nootjes om ze tijdens de pauzes in zijn winterslaap weer op te graven en op te knabbelen. Minder bekende bosbewoners die voorraden aanleggen zijn de Gaai (Garrulus glandarius)en de Ekster (Pica Pica). Zoals je misschien is opgevallen lijkt de 2e wetenschappelijke naam van de Gaai sterk op die van de Kleine Eikelboorder. De Eik zit in beide namen. Vrij vertaald betekend de naam van de Gaai namelijk  'voortdurend krassende eikelzoeker'.
(Vogelbescherming Nederland)
De Eik is sterk afhankelijk van deze soorten. Hoewel je zou denken dat ze al zijn kansen op voortplanting zouden dwarsbomen door al zijn zaden op te eten verplaatsen de Rode Eekhoorn en de Gaai de zaden naar vele plekken. Veel van deze plekken zou de Eik met zijn zware zaden nooit kunnen bereiken. Ze vallen namelijk vooral aan de voet van de boom waar ze uiteindelijk weinig kans hebben en met ouders en mede zaailingen moeten concurreren om licht. Daarbij vergeten de verzamelaars dikwijls waar zij de zaden hebben verstopt. Onder de bladeren en in de grond hebben de eikels een ideale plek om te ontkiemen en zo kunnen eiken snel uitbreiden. Veel sneller dan wanneer de hulpjes er niet geweest waren. In ruil krijgen ze een deel van de productie.