woensdag 28 september 2011

Ode aan het lof!

Of zoals Heinze Hermann Polzer zou zeggen “Kwalijke ziekten en vieze gezwellen. Knolraap en lof, schorseneren en prei!” Brussels lof is diep met onze vaderlandse geschiedenis verweven en het werd eens tijd dat iemand het eens op neemt voor deze tegenwoordig bijna vergeten groente! Toch is deze groente waarschijnlijk een van onze de jongste landbouwgewassen.
Het begon allemaal omstreeks 1830 in het dorpje Schaarbeek nabij Brussel. De Belgische afscheidingsoorlog was in volle gang en een boer had wat Wilde cichorei (Cichorium intybus) wortels onder een laagje zand in zijn kelder verstopt. Deze wortels werden daar als sinds de 17e eeuw verbouwd om gedroogd en gemalen als koffievervanger te dienen. Na ze een tijdje vergeten te zijn kwam hij weer eens terug in zijn kelder en ontdekte dat de wortels waren uitgelopen! De witte blaadjes smaakten zoet en mals (die associatie heb ik nou nooit bij witlof, maar goed) en hij besloot ze te verkopen. Het “wit loof” werd voor het eerst in 1867 op de markt van Brussel aangeboden en zo ontstond de witlof die wij nu in onze supermarkten kunnen kopen.
Maar al in de tijd van de Germanen was Wilde cichorei al in zwang. Zij gebruikten de plant voor medicinale maar ook dubieuze praktijken. Wilde cichorei werd medicinaal gebruikt als maagversterker maar de Germanen waren ook zo onder de indruk van de hemelsblauwe kleur van de plant dat ze op de een of andere manier besloten schijnen te hebben dat het een “toverplant” was waarmee je jezelf onschendbaar kon maken. Misschien is dit dan ook de reden dat de Germanen uiteindelijk de Romeinen verdreven en zo heer en meester werden over West Europa! Ik zou je echter toch niet aanraden om uit een vliegtuig te springen met alleen een cichoreibloempje op zak. Wilde cichorei kan echter wel op een andere manier je leven redden. In Nederland word de plant namelijk gebruikt voor de productie van insuline voor mensen die dat zelf niet meer zo goed kunnen omdat ze lijden aan Diabetes mellitus. Zoals Heinze zou zeggen “Wie zal ons redden, wie maakt ons weer vrij. Knolraap en lof, schorseneren en prei!” Dus is Wilde cichorei toch nog een echte toverplant, die Germanen zijn zo gek nog niet!

Foto en tekst: Tim van Leeuwen

woensdag 21 september 2011

Nog steeds vlinders te zien!

De toptijd om vlinders te spotten valt voor veel studenten net verkeerd: midden in de zomervakantie! Toch valt er ook nu nog genoeg te zien. Zeker op warme, zonnige dagen.

Het bont zandoogje bijvoorbeeld, deze vlinder is zeker tot in oktober te zien! Zoek vooral langs de bosranden en langs de paden in het bos. Het bont zandoogje vliegt in maar liefst 3 generaties, waarvan nu de laatste aan de beurt is. Dit betekent dat de soort per seizoen 3 keer de rups-pop-vlinder fase doormaakt. Je ziet dus niet de hele zomer dezelfde vlinders! Overwinteren gebeurt meestal als pop, waardoor vanaf half mei de 1e nieuwe zandoogjes alweer te bewonderen zijn! Naast deze laatvliegers kun je nog meer soorten zien de komende tijd.
Atalanta bijvoorbeeld, een trekvlinder die aan het eind van deze maand weer naar het zuiden vertrekt. Maar ook de vlinderoverwinteraars dagpauwoog, citroenvlinder, gehakkelde aurelia en kleine vos kun je nog geregeld tegenkomen. Zij gebruiken de laatste nectar (en rottend fruit!) om zich nog even vol te eten voor de lange winterslaap begint.



Tekst: Marije de Kruijf
Foto: Tim van Leeuwen

zondag 18 september 2011

Een vrolijk gekleurde exoot

In februari berichtten we over de
azaleaknopvreter (Pycnostysanus azalaea). Na veel speurwerk kwamen we er toen achter dat deze schimmel zich vestigt door toedoen van de rododendroncicade (Graphocephala fennahi). Afgelopen week zag ik ineens wat vliegen bij de rododendronstruiken(Rododendron ponticum) en wat bleek: het was deze cicade

! Dit mooie fel groen met oranje en gele diertje komt van oorsprong uit noord amerika en is in de jaren 30 naar Engeland meegelift. Vanuit daar is hij ongeveer 40 jaar later naar het Europese vasteland overgestoken en zuigt hier nu massaal aan de rododendrons. De cicades zijn als nymfje(onvolwassen dier) helemaal afhankelijk van rododendrons maar als ze volwassen zijn kunnen ze ook het sap van andere planten zuigen.
Niet inheemse dieren hebben in ons land vaak weinig natuurlijke vijanden. Helaas voor 1 van de cicades bleek dat niet te gelden voor kruisspinnen. Wij vonden namelijk een prachtig ingepakte kant en klaar maaltijd die even daarvoor nog had rondgevlogen.
De een zijn dood is de ander zijn brood zullen we maar zeggen.



Tekst en foto's: Robin Kraaij


woensdag 14 september 2011

Wie wo wa wit

Ja dat vond ik nou ook. Wit! Deze rode klaver (Trifolium pratense) heeft het eerste gedeelte van zijn naam niet helemaal begrepen. Waar de bloemen overwegend paars/rood horen te zijn, zijn de bloemen in dit bloemhoofdje wit. Dacht je het even simpel te hebben met een naam als rode klaver, blijken er ook witte varianten te bestaan! De natuur is niet eerlijk!
Sommigen van jullie zullen misschien denken dat dit een albino klaver genoemd zou moeten worden maar niets is minder waar! Een albino is een organisme dat door genetische afwijking alle kleur verloren heeft. Bij planten betekend dit dat zij ook geen bladgroen meer hebben en dus via bijvoorbeeld parasitisme aan hun voedingsstoffen moeten zien te komen. een voorbeeld is een zeldzame variant van de Kustmammoetboom (Sequoia sempervirens), deze bomen hebben geen bladgroen en parasiteren daarom op normale kustmammoetbomen,. deze klaver heeft nog wel bladgroen dus is het geen albino. Dit is gewoon wat genetici noemen genetische diversiteit en word veroorzaakt doordat nakomelingen bij geslachtelijke voortplanting een deel van hun genen van hun moeder en een deel van de genen van hun vader krijgen. Doordat de genen van beiden ouders licht van elkaar verschillen kunnen nieuwe combinaties ontstaan die invloed hebben op het uiterlijk van het kind. Dit is wat er gebeurd is bij deze klaver. Toch blijft het een raar idee, een witte rode klaver.

Tekst en foto: Tim van Leeuwen

vrijdag 9 september 2011

Groot avondrood

Tijdens een wandeling op het landgoed kun je van alles tegenkomen en dat werd maar weer eens bewezen tijdens een plantenrondleiding. Hier werd deze prachtige rups aangetroffen; Groot avondrood.

Deze rups valt uiteraard op door zijn grootte en door zijn mooie oogvlekken. De rups is wel 8 cm lang en wordt ook wel olifantsrups genoemd. Als hij schrikt trekt hij zijn kop in en beweegt dan zijn nek heen en weer. Dit in combinatie met zijn oogvlekken laat hem lijken op een slang en laat menig tuinierder schrikken!

Waarschijnlijk was dit rupsje opzoek naar een mooi plekje om te verpoppen, want normaal foerageert hij vrijwel alleen ’s nachts. Vanaf half mei beginnen de rupsjes te ontwaken en vliegen door tot eind september. Je ziet ze overdag soms rusten op een wilgenroosje of misschien wel lekker smullend van een kamperfoelie in de avondschemering. Hoe hij er als vlinder uit ziet zie je hier. Dus let goed op! Misschien zien je deze prachtige vlinder volgend jaar wel rondvliegen op het landgoed!


Tekst: Joline Middelberg
Foto: Rosa Diemont

woensdag 7 september 2011

Een draak die water spuwt

Regen. Hadden we in het voorjaar te weinig, nu maken we dat ruimschoots goed! Zijn we nu slechts een week bezig met september en hebben we nu al een maandgemiddelde van 15,1mm. Normaal is dit gemiddelde 14,5mm. Een aardig natte maand dus. En dat is ook de reden dat onze draak nu water braakt!
De draak aan het einde van de fietsenstalling is daar niet voor niets. Ongeveer 10 jaar geleden is besloten de fietsenstalling en het alle andere verharde oppervlaktes los te koppelen van de riolering. Het regenwater infiltreert nu via een systeem van kanalen en geulen en zo word het rioleringsstelsel ontzien. Bijkomend voordeel is dat het regenwater nu volledig ten gunste komt van het plantenleven op Landgoed Larenstein. Dat noem ik nog eens duurzaam invoeren!

Tekst en foto: Tim van Leeuwen