Het is weer zover. De
voorjaarstrek van de kraanvogel (Grus grus) is in volle gang. De
weersomstandigheden waren gisteren (24-2-14) perfect voor de terugkeer naar hun
broedgebieden. Grote groepen, tot wel tweehonderd exemplaren trokken over het
land. Met name in het oosten van het land werden ze waargenomen. Volgens
waarneming.nl zijn er meer dan 100.000 individuen over getrokken. De vogels
overwinteren in Zuid-Europa en Noord-Afrika en zijn nu onderweg naar hun
broedgebieden in Centraal- en Oost Europa, maar ook naar Duitsland, Polen en
Scandinavië (waarvan Zweden het grootst aantal broedparen heeft).
Foeragerende
kraanvogels in Oost-Polen (Biebrza)
Sinds 2001 broeden er ook weer
kraanvogels in Nederland. Hun leefomgeving en broedhabitat bestaan uit
uitgestrekte moerassen en hoogvenen. Ook in extensieve- en kleinschalige
landbouw voelen zij zich thuis. Enkele broedparen hebben zich gevestigd in het Fochtelooerveen
en het Dwingelderveld.
Overvliegende
kraanvogels (Biebrza)
Wil je zelf kraanvogels zien?
Kijk dan vooral met de juiste trekomstandigheden (zuidoosten wind) eens naar de
lucht. Vanaf het landgoed worden ook regelmatig overtrekkende kraanvogels
waargenomen. Een andere goede plek is de Emma-piramide (uitkijktoren), gelegen
op de Kluizenaarberg. Vanaf dit punt heb je een mooi overzicht op de
IJssel-vallei. Mocht je de kraanvogels tijdens de trek missen dan kun je ze
alsnog in hun broedgebieden opzoeken.
Foto's: Jos Hoekerswever
Tekst: Gijs Bouwmeester
Bron: vogelbescherming.nl
De Hulstmineervlieg
Zogenoemde bladmijnen zijn gangetjes die door insectenlarven uit bladweefsel worden gegeten. Deze gangetjes hebben vaak een heel kenmerkend uiterlijk. En
bovendien leven deze 'bladmineerders' vaak in maar één, of in elk geval nauw
verwante, plantensoorten! Voor de insectengekken is deze soortengroep dus een
leuke uitdaging in de, voor insectenliefhebbers, vaak wat saaie winter.
Hieronder is een foto te zien van de larve van de hulstmineervlieg. Dit is een
vliegensoort uit de familie van de mineervliegen. De hulstvlieg is heel kenmerkend
doordat de soort als enige in Nederland in Hulst zit. In de nazomer vormt de
hulstmineervlieg bladmijnen. Als je goed naar de foto kijkt, kun je wel zien
waarom dit mijnen heten, al werkende worden deze tunnels gevormd, net als bij
kolenmijnen! In de mijnen overwintert de larve. In het voorjaar begint de larve
weer te eten. Natuurlijk groeit hij daardoor, en de gangen worden steeds
groter. Als het diertje groot genoeg is, verpopt hij zich. In Mei komt de vlieg
uit de pop gekropen. Het is misschien beter om vliegje te zeggen, want het diertje
is maar 4 mm groot. Als volwassen vlieg eet hij nog steeds van de hulstbladeren. De
vlieg prikt in de bladeren en zuigt de cellen leeg. Eind mei worden er eitjes
afgezet bij de hoofdnerf van jonge bladeren. Deze komen uit, en de larven
beginnen weer met het maken van bladmijnen.
Als je de volgende keer bij een Hulst staat, moet je maar eens goed kijken of
je deze vlieg met zijn bijzondere levensstijl kunt ontdekken!
Foto: Robin Kraaij
Tekst: Rebecca Wielink en Gijs Bouwmeester
Foto: Robin Kraaij