De herfst is al weer in volle gang en met het vallen van de bladeren vallen ook de vruchten en zaden van veel bomen.
Om zich voort te planten produceren bomen zaden. Deze
zaden bevatten uiteraard veel voedingsstoffen om de zaailing een goede start
te geven. Omdat deze vruchten zo voedzaam zijn worden ze dan ook door veel
dieren onderschept.
Met name de eikels van de inheemse Eikensoorten
(Quercus) hebben veel liefhebbers.
Bij enkele dieren zijn mastjaren zelfs te zien in de
populatiegroei. Als er meer eikels en andere vruchten (mast) van de bomen
valt hebben de jongen meer te eten en is de kans dat ze hun eerste levensjaar
door komen groter. Zoals hier ook te lezen is in een stukje van natuurbericht:
De zomer- en
wintereiken, ook wel inlandse eiken genoemd, hangen dit jaar vol met eikels. Op
de Veluwe is sprake van een redelijke mast, maar eiken in het cultuurlandschap
en in de stad koersen af op een volmast of zelfs extreme volmast. Opvallend is
dat de beuk voor het eerst sinds 1990 voor het derde jaar op rij beukennootjes
draagt. Door de vanaf 2013 goede voedselsituatie voor wilde zwijnen lijkt
2016 een recordjaar te worden wat betreft het aantal wilde zwijnen. Deze
verwachting wordt verder versterkt door de waarnemingen van volop pasgeboren
biggetjes in augustus.
Veel eikels aan de bomen, record aantal zwijnen in 2016
verwacht
Natuurbericht
Bericht uitgegeven door Natuurlijk! Fauna-Advies en De
Natuurkalender op zondag 20 september 2015
Wild Zwijn (Sus scrofa) Gemaakt door: Thijs Damen
De productie van mast varieert sterk per jaar en er zijn
dus ook jaren dat er minder vruchten geproduceerd worden. De dieren die
afhankelijk zijn van mast hebben dus ook jaren van schaarste. Maar zwijnen en
andere grote zoogdieren eten uiteraard ook andere dingen. Een diertje dat
volledig afhankelijk is van bijvoorbeeld eikels is de Kleine Eikelboorder (Curculio glandium). Dit indrukwekkende
insect is een lid van de Snuitkever familie en maakt van de eikels een
broedkamer voor zijn larven. De larven eten zich vol aan de voedzame kern van
de eikel. De eikels die van binnenuit worden opgegeten zijn niet meer geschikt
om te ontkiemen en vallen ook eerder van de boom dan de rest. De larven van de
Eikelboorder kruipen na het vallen in de herfst in de grond en verpoppen daar.
Ze overwinteren als pop in de grond en komen er in het voorjaar als kever uit
om daarna opnieuw eitjes te leggen in de vruchtbeginsels van de Eiken.
Kleine Eikelboorder (Curculio glandium) gemaakt door: Thijs Damen
Zoals iedereen
weet zijn eikels stevige vruchten. Dit is erg handig als je ze wil bewaren voor
de winter. De Rode Eekhoorn (Sciurus vulgaris) is een hele bekende verzamelaar.
Hij begraaft zijn nootjes om ze tijdens de pauzes in zijn winterslaap weer op
te graven en op te knabbelen. Minder bekende bosbewoners die voorraden
aanleggen zijn de Gaai (Garrulus glandarius)en de Ekster (Pica Pica). Zoals je
misschien is opgevallen lijkt de 2e wetenschappelijke naam van de Gaai
sterk op die van de Kleine Eikelboorder. De Eik zit in beide namen. Vrij vertaald
betekend de naam van de Gaai namelijk 'voortdurend krassende eikelzoeker'.
(Vogelbescherming
Nederland)
De
Eik is sterk afhankelijk van deze soorten. Hoewel je zou denken dat ze al zijn
kansen op voortplanting zouden dwarsbomen door al zijn zaden op te eten
verplaatsen de Rode Eekhoorn en de Gaai de zaden naar vele plekken. Veel van
deze plekken zou de Eik met zijn zware zaden nooit kunnen bereiken. Ze vallen
namelijk vooral aan de voet van de boom waar ze uiteindelijk weinig kans hebben
en met ouders en mede zaailingen moeten concurreren om licht. Daarbij vergeten
de verzamelaars dikwijls waar zij de zaden hebben verstopt. Onder de bladeren
en in de grond hebben de eikels een ideale plek om te ontkiemen en zo kunnen
eiken snel uitbreiden. Veel sneller dan wanneer de hulpjes er niet geweest
waren. In ruil krijgen ze een deel van de productie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten