maandag 14 juni 2010

R.I.P. Fluwijn

Onze Larensteinse steenmarter (Martes foina-Larensteinensis) is niet meer. Aangereden door een dame die nog even omkeerde om te kijken of zij een kat had aangereden. Zij reed weer door. Het ging immers ‘maar’ om een marter. Dat dit een beschermde diersoort is, die gelukkig weer zijn opmars beleeft in ons land, had ze waarschijnlijk niet in de gaten. Het wat oudere dier lag er maar wat sneu bij. Na jarenlang koningschap over ons landgoed is het gedaan. Hij leefde met veel plezier op het landgoed, zijn territorium. Steenmarters (ook wel fluwijnen) hebben in hun territorium vaak meerdere slaapplaatsen. In de zomer zijn dat vooral takkenhopen en boomholten e.d. Het beheer van landgoed Larenstein is hier ook op aangepast. In de winter en de wat koudere periodes zijn vooral gebouwen met loze ruimten goede slaapplekken. Goed toegankelijke gebouwen, zoals scholen, zijn favoriet. Hij woonde inderdaad in onze school, in de kapel welteverstaan. Hier kon de steenmarter wel eens voor overlast zorgen. Zijn latrine stonk flink, niet te spreken over de geur van de dode dieren die hij nogal eens meenam. Toch was hij ook geliefd. Zo liepen er af en toe studenten en docenten in de oude mediatheek om rondsnuivend tegen elkaar te grinniken: ‘ja ja, dat is duídelijk een steenmarter!’. Het nachtdier is niet vaak gezien. Eenmaal werd hij gespot terwijl hij achter een eekhoorn aanging in de schooltuin. Een andere keer spookte hij in de kelder van de kapel. De laatste keer lag hij helaas levenloos naast het hek bij de kapel. Nooit meer zijn sporen in de sneeuw. Nooit meer stinken in de oudbouw. Hoewel.. het schijnt dat er meerdere fluwijnen op ons terrein leven! Wordt vervolgd?

Annemiek Slootweg