woensdag 26 maart 2014

Bewonder de gewone veldbies!


Al enige tijd kunnen we genieten van allerhande voorjaarsbloeiers. Menig Nederlander wordt warm van bloeiende krokussen, narcissen en sneeuwklokjes in de tuin. Het ziet er natuurlijk ook ontzettend fleurig uit, maar het is niet waar ik in het vroege voorjaar warm van word.  Lopend over Landgoed Larenstein geniet ik van het buitengewoon warme weer, van de bloeiende bosanemonen en van de gewone padden in de grote vijver. Het voorjaar is compleet met de fanatiek zingende tjiftjaffen.



Het is pas echt compleet wanneer ik in een grasland bloeiende gewone veldbies (Luzula campestris) zie. Tussen de lage grassen bloeien tientallen exemplaren. De beharing op de bladschijf geeft dit vroegst bloeiende schijngras een stoer uiterlijk. Het is een uitgesproken graslandplant van de voedselarmere gronden. Behalve op zandgrond kun je de gewone veldbies tegenkomen op leem, löss en veen. Hier is de soort vaak een indicator van verschraling en/of verdroging.


Tussen hoge grassen krijgt de plant geen kans. In onbemeste gazons kan de soort talrijk voorkomen. In een bemeste omgeving wijst gewone veldbies op de agrarisch minst productieve en voor het natuurbeheer meest kansrijke locaties. Het is spijtig dat deze leuke soort zo vaak voorbijgelopen wordt alsof deze niet bestaat, en dat alle aandacht uitgaat naar meer opvallende soorten. Dus ga eens op je knieën zitten in een schraalgrasland en geniet van dit mooie schijngras!

Tekst en foto: Tamar Braaksma
Bron en tekening: Nederlandse oecologiche flora: wilde planten en hun relaties 5, E.J. Weeda et al., 1994.







vrijdag 14 maart 2014

De rupsendoder


De rupsendoder (Cordyceps militaris) is niet alleen een hele leuke wespensoort die solitair leeft, maar ook een paddenstoel! Deze opvallende oranje paddenstoel is wel heel bijzonder. Hij heeft namelijk een heel gemeen trucje om tot ontwikkeling te komen.

Het genus Cordyceps parasiteert op steeltjeszwammen of insecten. De soorten die parasiteren op paddenstoelen zijn sowieso al gaaf, maar de rupsendoder is helemaal verbazingwekkend. De sporen van de rupsendoder belanden op een rups en beïnvloeden het gedrag van de rups. De rupsendoder houd de rups lang genoeg in leven om genoeg biomassa te produceren zodat de paddenstoel kan ontstaan. Zo ontstaat er een soort van rups-mummie die onder controle is van de paddenstoel. Als de rups groot genoeg is, stuurt de rupsendoder de rups naar een geschikte plek om te verpoppen. Na het verpoppen komt het vruchtlichaam van de rupsendoder tot ontwikkeling, zodat deze zijn sporen kan afzetten.

De paddenstoel wordt ongeveer een 2 tot 6 centimeter groot. Hij is ongeveer een halve centimeter dik. De kleur is oranjegeel tot oranje. De steel is meestal wat bleker en op de hoed zitten fijne wratjes.

De kleur gecombineerd met de truc om het gedrag van rupsen te beïnvloeden maakt dit tot één van de gaafste paddenstoelen van Nederland! Als je deze paddenstoel eens in het echt wilt zien kun je het best zoeken op matig/niet-bemeste graslanden, loof- of gemende bossen en in lanen op voedselarme, droge zand- of leembodem, vaak tussen haakmossen. Deze paddenstoel is ook te vinden op het landgoed van het van Hall Larenstein. De rupsendoder is van eind september tot eind februari te zichtbaar.  



Foto: Robin Kraaij
Tekst: Gijs Bouwmeester en Rebecca Wielink