vrijdag 30 december 2011

Geen vorst, wel een schaatsenrijder!

Op elfstedentochten zullen we nog even moeten wachten. Het water is nog veel te vloeibaar en nog niet krokant genoeg. Toch is er op Landgoed Larenstein al een schaatsenrijder gezien.

Zoals je op de foto kunt zien gaat het hier dan wel niet om een man met schaatsen maar om een insect, maar toch het idee is er. En wat is daar nou zo bijzonder aan, zo’n schaatsenrijder? Die zien we in de zomer toch overal op het water? Ja dat klopt, op het water…...en dus niet onder een boomstam.

Deze Grote Schaatsenrijder ( Aquarius paludum) had kennelijk niet zo veel zin meer in de kou op het water en heeft dus besloten om te gaan overwinteren onder een van de boomstammen in het Vijverbos. Tijdens een van de wandelingen door de tuin kwam ik hem daar met Robin tegen. En dan sta je toch even verbaasd te kijken. Schaatsenrijders waren volgens ons namelijk dieren die toch vooral op het water thuis hoorden.

Maar achteraf is het ook wel weer logisch. In de winter valt er voor deze dieren die afhankelijk zijn van vloeibaar water als jachtterrein natuurlijk niet veel meer te doen dan slapen. Na het nemen van de foto is deze schaatsenrijder natuurlijk weer netjes teruggezet onder de boomstam zodat hij weer rustig verder kon met doezelen. En nu maar wachten op ijs zodat ik ook weer eens aan het schaatsen kan.

Foto: Robin Kraaij

Tekst: Tim van Leeuwen

donderdag 22 december 2011

Gelukkige Zonnewende Allemaal!

Een mistige open plek midden op de Veluwe. Aan de rand, verborgen in de schaduwen van de bomen, wachten enkele druïdes op een van de belangrijkste momenten in de Keltische kalender. De zonnewende gaat beginnen! Tijd voor het Joelfeest!
Inmiddels is het wel ongeveer 2500 jaar geleden dat de Kelten rond Landgoed Larenstein hebben gewoond maar Joelfeest word nog steeds gevierd. Tegenwoordig heet het alleen kerst en oud en nieuw en vieren we officieel de geboorte van Jezus Christus en zijn besnijdenis 8 dagen na zijn geboorte. Persoonlijk vind ik Joelfeest leuker en gezelliger klinken maar dat is natuurlijk maar helemaal wat je gewend bent. En omdat het nou eenmaal traditie is dan toch namens het hele LaarX bestuur maar nog een keertje:

Fijne Kerst en een Voorspoedig 2012!

Tekst: Tim van Leeuwen
Foto: Scarlet van Os

woensdag 21 december 2011

Een Glazen Huis voor mamma

Het zal jullie niet ontgaan zijn dat er weer vol op gecollecteerd word voor goede doelen rond de kerst dagen. En als school heb je natuurlijk ook een zekere maatschappelijke functie dus leek het os niet meer dan logies ook een duit in het zakje te doen. Op 22 december staat er daarom een heus Glazen Huis in de aula van van Hall Larenstein in Velp.

Hier zullen de hele dag plaatjes worden gedraaid ten behoeven van de 3FM Serious Request actie This one’s for mama. Docenten doneren een half uur van hun tijd om tegen een minimum donatie van €3 plaatjes te draaien voor het goeden doel. Verder op de dag zal er een kleine veiling plaats vinden en er zal een maaltijd zijn. Alle opbrengsten komen ten behoeve van de 3FM Serious Request actie. Dus komt allen en doneer!

Ben je niet in de gelegenheid er live bij te zijn maar wil je wel de actie volgen? Dan kun je via deze link live mee kijken naar de verrichtingen van de dj’s in het glazen huis in Velp.

Tekst: Tim van Leeuwen

woensdag 14 december 2011

Een klit in je haar

Als langharige natuuronderzoeker heb je het niet altijd even makkelijk. Dan bedoel ik niet het
vele kammen en wassen dat bij een weelderige haardos als de mijne komt kijken maar meer de
ongemakken die het met zich meebrengt in een natuurlijke omgeving. Takken, bladeren, spinnen en vele soorten insecten verstrengelen zich met mijn haar als ik bezig ben met veldwerk, maar de ergste vijand van mijn lange lokken is toch wel de Grote klit (Arctium lappa).
Deze plant is een ware sluipmoordenaar. Als de plant afsterft en verdroogd laten de hoofdjes van
deze composiet makkelijk los en klitten dan op de meest onlosmakelijke manier overal aan vast. De haaknaalden waarmee de individuele zaden bezet zijn verstrengelen zich met alles wat ook maar enige houvast bied en willen dan van geen loslaten meer weten.
Dit is voor het passerende dier natuurlijk wel wat lastig zo af en toe. Maar voor de plant is het een prima manier om grote afstanden af te leggen met een relatief zware zaad, zonder er zelf al te veel moeiten in te hoeven steken. Bovendien grazen de beesten waar je je aan vast klit ook vaak op plaatsen die voor jou een geschikte groeiplaats zijn. Dus als je weer los laat is de kans relatief groot dat je op een geschikte kiemplek landt (die vaak ook nog eens goed bemest wordt). Als je je zaad laat verspreiden door de wind, zoals de meeste composieten doen, heb je die zekerheid natuurlijk niet.
Een prachtig voorbeeld van een innovatieve manier van zaadverspreiding…..nu nog zorgen dat ik ze weer uit mijn haar krijg.

Tekst en foto: Tim van Leeuwen

zaterdag 10 december 2011

Een flinke mond vol

De meeste zoogdieren vind ik saai. Over het algemeen wijken ze niet veel af van het basisontwerp (vier poten en harig) en zijn ze vaak óf lastig te zien omdat ze klein en snel zijn óf groot en lomp en bijzonder inactief. Maar er zijn ook zoogdieren die ik toch wel interessant vind. De eekhoorn is voor mij zo’n dier.
De eekhoorn is voor mij een soort van Nederlandse aap, alleen dan leuker dan bijvoorbeeld een gorilla. Ze zijn speels en kunnen met enorme lenigheid en snelheid door de bomen bewegen. Ook komen ze nog wel redelijk dicht bij als je stil blijft staan en zien ze er leuk uit met die schattige pluimstaart. Ja als ik toch in een Nederlands zoogdier moest veranderen dan moest het denk ik maar een eekhoorn zijn. Dus vandaar nog maar een keer een blogje over de eekhoorn.
In de eerdere blog werd al vermeld dat eekhoorns niet in winterslaap gaan maar gewoon in een nest blijven als het wat te koud word. En met het voorberijden van een dergelijk nest kun je natuurlijk nooit vroeg genoeg beginnen! Daarom heeft deze eekhoorn zijn mond vol mos en andere zachte dingen. Niet allen leuk om te zien maar ook nog bijzonder pienter dus!

Tekst en foto: Tim van leeuwen

woensdag 23 november 2011

Ga jij in 2030 nog het bos in?

De leerstoelgroep Bos en Natuurbeleid (FNP), Bosecologie en Bosbeheer (FEM) en het lectoraat geïntegreerd Natuur en Landschapsbeheer van de Wageningen universiteit nemen samen met jou een duik in de toekomst en de huidige staat van de Nederlandse bossen.
Hoe gaan we bossen in de toekomst financieren? Gaan we misschien wonen in ons eigen natuurgebied? Word inlands hout nog belangrijker? Wat is het effect van de Nederlandse bezuiniging op het natuurbeheer in Nederland? De antwoorden op deze vragen en meer vind je tijdens de lezingen die gegeven worden op 7 December 2011 tussen 9.00 en 17.00 uur in het GAIA gebouw in Wageningen. De lezingen worden gegeven in het kader van het internationale jaar van de bossen.
Wil je er bij zijn? Dat kan! De lezingen bijwonen is gratis voor studenten van de WUR en VHL maar je moet je wel even van te voren aanmelden via de site. Hier vind je ook meer informatie over de gastsprekers en de precieze aanvangstijden van de lezingen.
Ofwel wil jij meer weten over hoe het Nederlandse bos er over ongeveer 20 jaar uit ziet? Kom dan kijken bij de lezingen.

Tekst en foto : Tim van Leeuwen

zondag 20 november 2011

Een parasol als kapstok

Herfst. De tijd van regen, kou en paddenstoelen. Zo vind je nu ook de Grote parasolzwam (Macrolepiota procera). Niet dat je nu een parasol nodig zult hebben met al die wolken maar toch….zo’n ongelooflijk grote paddenstoel kom je niet iedere dag tegen. Daar moet toch wel wat leuks over te schrijven zijn zou je zo zeggen.

De hoed van de Grote parasolzwam kan tot 25 cm in doorsnee worden en is daarmee waarschijnlijk een van de grootste paddenstoelen van Nederland. Maar eigenlijk heeft niemand een idee wat nou precies de grootste paddenstoel van Nederland is. Vandaar dat VARA’s vroege vogels een oproep heeft gedaan om je grootste paddenstoelenvondst in te sturen (meer daarover zie je hier).

Net als de meeste paddenstoelen is de grote parasolzwam een saprofyt (van het Griekse sapros = verrot en phuton = plant) en leeft hij dus van dode plantendelen. Dieren en planten die leven van dood organisch materiaal kunnen dus ook gezien worden als herbivore detrivoren. Saprofyten (zowel schimmels als insecten) vormen een belangrijk onderdeel van het bosecosysteem omdat ze dode materie om zetten in voor andere dieren opneembare proteïne . Ze zijn dus niet alleen handig omdat anders het hele bos vol zou komen te liggen met een ondoordringbare hoop takken en bladeren maar ook omdat ze de basis vormen voor de voedselpiramide.

En zo ga je dus in twee alinea’s van de zoektocht naar de grootste paddenstoel in Nederland naar de basis van bosecologie en dat allemaal aan de hand van de Grote parasolzwam. Best knap toch?

Tekst: Tim van Leeuwen

Foto: Robin Kraaij

maandag 7 november 2011

11-11-11

Van oudsher het “gekkengetal” (een woord dat overigens precies 11 letters heeft) geassocieerd met lol en zottigheid. Maar dit jaar heeft studievereniging LaarX eens besloten het helemaal anders te doen. In het kader van de Nationale dag van de duurzaamheid (11-11-11) organiseren studievereniging LaarX en VHL de Landgoed Larenstein Duurzaamheidsweek. Een uiterst serieuze aangelegenheid….maar natuurlijk wel met een uniek LaarX tintje.

Wat kun je allemaal van ons verwachten? Zoals je van ons gewend bent zij er natuurlijk verschillende lezingen. Met dank aan Daan van der Linden hebben wij dinsdag een speciale lunch lezing van Jean Thie. Hij is vooraanstaand Canadees ecoloog en geeft ons een Canadese kijk op milieuproblematiek. Die zelfde avond is er een Workshop over Verenigde Naties en duurzaamheid gegeven door speciale jongerenvertegenwoordiger VN (Nationale Jeugd Raad) Lieset Medders. Zij zal aan het tijdens deze workshop ideeën verzamelen die worden voorgelegd aan de VN. Als LaarX spelen wij het namelijk graag op hoog niveau!

Maar we doen nog meer! Zo gaan we een begin maken met afvalscheiding op school en laten we zien hoe duurzaam de kantine is. maar duurzaamheid doe je niet alleen! Dus nemen we je graag mee naar de HAN waar op vrijdag 11-11-11 een duurzaamheids dag word georganiseerd.

Nog meer doen? ja wij organiseren ook nog wel meer….maar het zou zonde zijn als ik hier alles al zou verklappen. De rest moet je maar ervaren. En wil je zelf nog meer doen, kijk dan op de site van de dag van de duurzaamheid. Daar vind je tips en andere activiteiten in het kader van duurzaamheid. Nog meer tips vind je ook op de website van LaarX. Genoeg te doen en te beleven dus! Geniet van de week van de duurzaamheid en maak het vooral niet te zot.

Tekst: Tim van Leeuwen

Foto: Annemieke Slootweg

vrijdag 4 november 2011

Het raadsel van avondrood


Na een lange dag op school wil je vaak zonder om te kijken naar huis. Maar soms is het toch de moeite waard om nog even een blik over je schouder te werpen en daarbij getrakteerd te worden op een prachtige, roodgekleurde wolkenhemel.

Dit avondrood (dat iets hoger in de lucht vliegt dan het Groot avondrood) is een resultaat van het fenomeen dat lichtbreking heet. Rood wordt het minst verstrooid nadat het op zuurstof, moleculaire stikstof en minuscule stofdeeltjes in de atmosfeer is gebotst. Alle andere kleuren buigen af in verschillende richtingen waardoor je ze niet meer zo goed ziet. Vooral na warme dagen zit er veel stof hoog in de lucht.

Het morgenrood wordt vooral veroorzaakt door waterdamp, enLink duidt op een hoge luchtvochtigheid in de atmosfeer.

Voordat Erwin Kroll geboren werd, koppelden mensen weersvoorspellingen aan de rode kleur. De Engelsen zeiden dan: "Red sky at night: Shepherds delight, Red sky in the morning: Shepherds warning!" De Nederlanders konden iets minder goed rijmen en deden het met: “Avondrood, mooi weer aan boord, morgenrood, regen in de sloot.”

Maar heel accuraat zijn deze uitspraken niet. Na een ochtend met morgenrood blijft het in 80% van de gevallen gewoon droog. En als de lucht ’s avonds rood gekleurd is, is het de volgende dag slechts 6 van de 10 keer mooi weer. Gelukkig hebben we tegenwoording buienradar.nl

Tekst: Ernstjan Penninkhof

Foto: Robin Kraaij

dinsdag 1 november 2011

Het raadsel van herfstrood


Het is je vast opgevallen dat In de herfst bladeren anders van kleur worden. Maar hoe komt dat nou? In Tsjechië komt het door een vogel uit een ver land die ooit een takje herfstbladeren heeft meegenomen uit een ver sprookjesland, terwijl de Indianen van Noord Amerika geloven dat het komt omdat hemelse jagers het sterrenbeeld grote beer doden en hem vervolgens opbraden. Het rood is het bloed van de beer en het geel is het vet dat opspat uit de braadpan. Maar hoe zit het nou eigenlijk echt?

In de herfst worden de temperaturen langzaam lager en worden de dagen ook korter. Fotosynthese word dan minder efficiënt. Bovendien kan het water in de grond in de winter bevriezen. De boom kan dan geen water meer opnemen maar zou door zijn bladeren nog wel steeds water verdampen. Om uitdroging te voorkomen kun je ze dus maar beter afstoten.

En hoe doen ze dat dan? In de herfst word het chlorofyl afgebroken en opgeslagen, dit heet reabsorptie. Het chlorofyl is groen en met de afbraak hiervan verdwijnt dus de groene kleur. Zo worden bladeren oranje (caroteen), geel (xantofyl) en rood (anthocyaan). Het caroteen en xantofyl zorgen voor de productie van suikers die in de twijgen worden opgeslagen als vorstbescherming. Het anthocyaan is een stof die word aangemaakt om de bladeren te beschermen tijdens het reabsorptieproces. Als alle stoffen uit het blad weg zijn word een kurklaagje gevormd tussen de twijg en het blad en valt het blad af. Dit kurklaagje voorkomt uitdroging en sluit het blad af.

Als de blaadjes eenmaal zijn afgevallen vormen ze een goed vorstbescherming voor de wortels. Het strooisel word na enige tijd ook weer om gezet en voed zo de boom weer. Dit omzetten kan op verschillende manieren maar dat is weer een verhaal voor een andere blog. Nu eerst maar genieten van de mooie herfstkleuren.

Tekst en foto: Tim van Leeuwen

vrijdag 21 oktober 2011

Bom op Larenstein


Bodemkunde kan saai zijn, maar niet op Landgoed Larenstein! Je weet immers nooit wat je tijdens het boren tegenkomt. Op en rond Landgoed Larenstein is in de tweede wereldoorlog nog al wat afgevochten en dat werd de afgelopen dagen maar weer eens bewezen met een (op het eerste gezicht) nogal explosieve vondst. Sluit je ogen en ga mee terug in de tijd…..

1945. In de verte bulderen kannonen en een enorme klap doet de omwonenden van Landgoed Larenstein schrikken. Er vormt zich een rookgordijn om het dorp en troepen van de Geallieerden rukken op langs de Larensteinse Laan. De rook wordt geproduceerd door de zogenaamde Engelse 25 ponder rookgranaat. In deze granaat zaten 3 rookpotten die als de granaat neerkwam er aan de onderkant uitvlogen door de inwendige explosie. De lege huls bleef dan in de grond steken.

2011. Bij graafwerkzaamheden op Landgoed Larenstein vinden de werklui een huls in de grond. Bij nadere inspectie blijkt het om een 25 ponder rookgranaat te gaan, gelukkig ongevaarlijk dus. De huls wordt uit het gat getild en veilig op de grond neergelegd. Vervolgens word de EOD gebeld en de wordt het projectiel opgehaald om veilig vernietigd te worden.

Mocht je ooit zelf een huls van het een of het ander tegen komen dan adviseert de EOD deze met zand te bedekken, de locatie te markeren en direct de politie te waarschuwen via 0900-8844. Ga dus niet met de huls lopen slepen, je weet immers niet of hij ongevaarlijk is of niet. En veiligheid gaat altijd voorop!

Tekst en foto: Tim van Leeuwen
Info en achtergrond: Dick Timmerman



woensdag 19 oktober 2011

Hoornaar of Horror?

Soms schrik je wel eens van wat er allemaal onder een boomstam vandaan kan komen. Zo moet ik bekennen dat vertedering niet mijn eerste emotie was bij het zien van deze Hoornaar (Vespa crabro). Maar de eerste snelle schrikreactie sloeg al snel om in verwondering en interesse in dit prachtige dier. Want geef nou toe, zij is wel geweldig mooi geel en oranje!

Ik zeg hier expres zij omdat ik zeker weet dat dit een bevrucht vrouwtje is. Hoornaars zijn sociale dieren en leven dus net als wespen en bijen in kolonies. Deze kolonies zijn echter veel kleiner dan die van de andere sociale wespen (<1000) en hoornaars zijn bovendien ook veel minder agressief. Je kunt makkelijk een hoornaar nest op 5 meter naderen zonder een probleem te hebben. Hoornaars zijn bovendien echte jagers. Ze eten voornamelijk vliegende insecten en rupsen dus hebben geen interesse in je limonade. Je zult ze dan ook nooit als terrasterrorist rond je drankje zien zweven.

In het voorjaar word de kolonie gesticht door één enkele koningin die heeft overwinterd. De hoornaar die hier onder de boomstam zit (en voor de foto even op Robins hand)is een van die bevruchte vrouwtjes die na het uiteenvallen van haar kolonie een geschikte plaats heeft gevonden om te overwinteren. In wezen verstoorde ik met het omdraaien van deze boomstam dus een koningin tijdens haar schoonheidsslaap! Bij deze excuus majesteit!

Foto en tekst: Tim van Leeuwen

woensdag 28 september 2011

Ode aan het lof!

Of zoals Heinze Hermann Polzer zou zeggen “Kwalijke ziekten en vieze gezwellen. Knolraap en lof, schorseneren en prei!” Brussels lof is diep met onze vaderlandse geschiedenis verweven en het werd eens tijd dat iemand het eens op neemt voor deze tegenwoordig bijna vergeten groente! Toch is deze groente waarschijnlijk een van onze de jongste landbouwgewassen.
Het begon allemaal omstreeks 1830 in het dorpje Schaarbeek nabij Brussel. De Belgische afscheidingsoorlog was in volle gang en een boer had wat Wilde cichorei (Cichorium intybus) wortels onder een laagje zand in zijn kelder verstopt. Deze wortels werden daar als sinds de 17e eeuw verbouwd om gedroogd en gemalen als koffievervanger te dienen. Na ze een tijdje vergeten te zijn kwam hij weer eens terug in zijn kelder en ontdekte dat de wortels waren uitgelopen! De witte blaadjes smaakten zoet en mals (die associatie heb ik nou nooit bij witlof, maar goed) en hij besloot ze te verkopen. Het “wit loof” werd voor het eerst in 1867 op de markt van Brussel aangeboden en zo ontstond de witlof die wij nu in onze supermarkten kunnen kopen.
Maar al in de tijd van de Germanen was Wilde cichorei al in zwang. Zij gebruikten de plant voor medicinale maar ook dubieuze praktijken. Wilde cichorei werd medicinaal gebruikt als maagversterker maar de Germanen waren ook zo onder de indruk van de hemelsblauwe kleur van de plant dat ze op de een of andere manier besloten schijnen te hebben dat het een “toverplant” was waarmee je jezelf onschendbaar kon maken. Misschien is dit dan ook de reden dat de Germanen uiteindelijk de Romeinen verdreven en zo heer en meester werden over West Europa! Ik zou je echter toch niet aanraden om uit een vliegtuig te springen met alleen een cichoreibloempje op zak. Wilde cichorei kan echter wel op een andere manier je leven redden. In Nederland word de plant namelijk gebruikt voor de productie van insuline voor mensen die dat zelf niet meer zo goed kunnen omdat ze lijden aan Diabetes mellitus. Zoals Heinze zou zeggen “Wie zal ons redden, wie maakt ons weer vrij. Knolraap en lof, schorseneren en prei!” Dus is Wilde cichorei toch nog een echte toverplant, die Germanen zijn zo gek nog niet!

Foto en tekst: Tim van Leeuwen

woensdag 21 september 2011

Nog steeds vlinders te zien!

De toptijd om vlinders te spotten valt voor veel studenten net verkeerd: midden in de zomervakantie! Toch valt er ook nu nog genoeg te zien. Zeker op warme, zonnige dagen.

Het bont zandoogje bijvoorbeeld, deze vlinder is zeker tot in oktober te zien! Zoek vooral langs de bosranden en langs de paden in het bos. Het bont zandoogje vliegt in maar liefst 3 generaties, waarvan nu de laatste aan de beurt is. Dit betekent dat de soort per seizoen 3 keer de rups-pop-vlinder fase doormaakt. Je ziet dus niet de hele zomer dezelfde vlinders! Overwinteren gebeurt meestal als pop, waardoor vanaf half mei de 1e nieuwe zandoogjes alweer te bewonderen zijn! Naast deze laatvliegers kun je nog meer soorten zien de komende tijd.
Atalanta bijvoorbeeld, een trekvlinder die aan het eind van deze maand weer naar het zuiden vertrekt. Maar ook de vlinderoverwinteraars dagpauwoog, citroenvlinder, gehakkelde aurelia en kleine vos kun je nog geregeld tegenkomen. Zij gebruiken de laatste nectar (en rottend fruit!) om zich nog even vol te eten voor de lange winterslaap begint.



Tekst: Marije de Kruijf
Foto: Tim van Leeuwen

zondag 18 september 2011

Een vrolijk gekleurde exoot

In februari berichtten we over de
azaleaknopvreter (Pycnostysanus azalaea). Na veel speurwerk kwamen we er toen achter dat deze schimmel zich vestigt door toedoen van de rododendroncicade (Graphocephala fennahi). Afgelopen week zag ik ineens wat vliegen bij de rododendronstruiken(Rododendron ponticum) en wat bleek: het was deze cicade

! Dit mooie fel groen met oranje en gele diertje komt van oorsprong uit noord amerika en is in de jaren 30 naar Engeland meegelift. Vanuit daar is hij ongeveer 40 jaar later naar het Europese vasteland overgestoken en zuigt hier nu massaal aan de rododendrons. De cicades zijn als nymfje(onvolwassen dier) helemaal afhankelijk van rododendrons maar als ze volwassen zijn kunnen ze ook het sap van andere planten zuigen.
Niet inheemse dieren hebben in ons land vaak weinig natuurlijke vijanden. Helaas voor 1 van de cicades bleek dat niet te gelden voor kruisspinnen. Wij vonden namelijk een prachtig ingepakte kant en klaar maaltijd die even daarvoor nog had rondgevlogen.
De een zijn dood is de ander zijn brood zullen we maar zeggen.



Tekst en foto's: Robin Kraaij


woensdag 14 september 2011

Wie wo wa wit

Ja dat vond ik nou ook. Wit! Deze rode klaver (Trifolium pratense) heeft het eerste gedeelte van zijn naam niet helemaal begrepen. Waar de bloemen overwegend paars/rood horen te zijn, zijn de bloemen in dit bloemhoofdje wit. Dacht je het even simpel te hebben met een naam als rode klaver, blijken er ook witte varianten te bestaan! De natuur is niet eerlijk!
Sommigen van jullie zullen misschien denken dat dit een albino klaver genoemd zou moeten worden maar niets is minder waar! Een albino is een organisme dat door genetische afwijking alle kleur verloren heeft. Bij planten betekend dit dat zij ook geen bladgroen meer hebben en dus via bijvoorbeeld parasitisme aan hun voedingsstoffen moeten zien te komen. een voorbeeld is een zeldzame variant van de Kustmammoetboom (Sequoia sempervirens), deze bomen hebben geen bladgroen en parasiteren daarom op normale kustmammoetbomen,. deze klaver heeft nog wel bladgroen dus is het geen albino. Dit is gewoon wat genetici noemen genetische diversiteit en word veroorzaakt doordat nakomelingen bij geslachtelijke voortplanting een deel van hun genen van hun moeder en een deel van de genen van hun vader krijgen. Doordat de genen van beiden ouders licht van elkaar verschillen kunnen nieuwe combinaties ontstaan die invloed hebben op het uiterlijk van het kind. Dit is wat er gebeurd is bij deze klaver. Toch blijft het een raar idee, een witte rode klaver.

Tekst en foto: Tim van Leeuwen

vrijdag 9 september 2011

Groot avondrood

Tijdens een wandeling op het landgoed kun je van alles tegenkomen en dat werd maar weer eens bewezen tijdens een plantenrondleiding. Hier werd deze prachtige rups aangetroffen; Groot avondrood.

Deze rups valt uiteraard op door zijn grootte en door zijn mooie oogvlekken. De rups is wel 8 cm lang en wordt ook wel olifantsrups genoemd. Als hij schrikt trekt hij zijn kop in en beweegt dan zijn nek heen en weer. Dit in combinatie met zijn oogvlekken laat hem lijken op een slang en laat menig tuinierder schrikken!

Waarschijnlijk was dit rupsje opzoek naar een mooi plekje om te verpoppen, want normaal foerageert hij vrijwel alleen ’s nachts. Vanaf half mei beginnen de rupsjes te ontwaken en vliegen door tot eind september. Je ziet ze overdag soms rusten op een wilgenroosje of misschien wel lekker smullend van een kamperfoelie in de avondschemering. Hoe hij er als vlinder uit ziet zie je hier. Dus let goed op! Misschien zien je deze prachtige vlinder volgend jaar wel rondvliegen op het landgoed!


Tekst: Joline Middelberg
Foto: Rosa Diemont

woensdag 7 september 2011

Een draak die water spuwt

Regen. Hadden we in het voorjaar te weinig, nu maken we dat ruimschoots goed! Zijn we nu slechts een week bezig met september en hebben we nu al een maandgemiddelde van 15,1mm. Normaal is dit gemiddelde 14,5mm. Een aardig natte maand dus. En dat is ook de reden dat onze draak nu water braakt!
De draak aan het einde van de fietsenstalling is daar niet voor niets. Ongeveer 10 jaar geleden is besloten de fietsenstalling en het alle andere verharde oppervlaktes los te koppelen van de riolering. Het regenwater infiltreert nu via een systeem van kanalen en geulen en zo word het rioleringsstelsel ontzien. Bijkomend voordeel is dat het regenwater nu volledig ten gunste komt van het plantenleven op Landgoed Larenstein. Dat noem ik nog eens duurzaam invoeren!

Tekst en foto: Tim van Leeuwen

dinsdag 30 augustus 2011

Gein op Larenstein

Ieder jaar is het weer raak rond deze tijd. Dan barst er een groots festijn los op Landgoed Larenstein, want voor een weekje is dit anders zo rustige botanisch lustoord ondergedompeld in het introfestijn. De intro is de beste manier voor beginnend studenten om kennis te maken met alles wat de school te bieden heeft. Maar voor het serieuzere gedeelte begint wordt de introductieweek traditiegetrouw geopend met Gein op Larenstein. Deze caleidoscoop van spellen testen het lef en de teamspirit van de aanstormend studenten. Je moet namelijk wel uit het juiste hout gesneden zijn om te studeren aan Hogeschool Van Hall Larenstein. Heb je alles overleefd? Dan krijg je als klap op de vuurpijl het grootste fietsenstallingfestival van Nederland voor je kiezen! Laarpop belooft dit jaar weer een geweldig feest te worden met als hoofdact Circle J! Voor alle deelnemers aan de intro belooft dit weer een geweldig feest te worden. Ik kijk er nu al naar uit!

Tekst: Tim van Leeuwen
Foto: Robin Kraaij

donderdag 25 augustus 2011

Gelukkig Lughnasadh!

Ja ik weet dat ik daar wat laat mee ben maar toch, gelukkig Lughnasadh allemaal! Lughnasadh? Ja Lughnasadh! Dit Keltische oogstfeest werd van oorsprong gevierd rond 1 Augustus en luidde het begin van de oogsttijd in. Een belangrijke feestdag dus…maar waarom val ik jullie daar nu mee lastig. Nou kijk maar eens om je heen! Want overal om je heen zul je nu de meest heerlijke natuurvruchten vinden. En om jullie op weg te helpen naar je twee ons fruit per dag heb ik er een paar voor je op een rijtje gezet.

De Gewone Braam (Rubus fruticosus). Heerlijk om direct van de struik te eten, in een taart te doen of om te bewaren voor later in de winter. Op het noordelijk halfrond komen meer dan 250 (onder) soorten bramen voor, maar deze zijn haast niet van elkaar te onderscheiden. Als kind heb je vast je moeder vele malen diep ongelukkig gemaakt door deze heerlijke steenvruchten diep in de vezels van je witte shirt te smeren. Zoet, volledig gratis en ze zijn nog goed voor je ook! Sommige soorten bramen bevatten per kilogram meer voedingsvezels dan een volkorenbrood. In het Neolithicum (circa 11.000 v.Chr.) wisten mensen deze paarse vruchtjes al te waarderen. Weet je ook gelijk weer waar ze de vezels vandaan haalde om die Hunebedden te bouwen. Ook bramen in je tuin? Dat kan. neem gewoon een stekje mee van een struik die lekkere bramen geeft en zet hem in je tuin. Wel op tijd snoeien, anders heb je je hele tuin vol braam.

Een van mijn favoriete inheemse bomen, de Mispel (Mespilus germanica). Naast stromend water en riolering hebben we ook deze prachtige plant aan onze goede vrienden de Romeinen te danken. De mispel is oorspronkelijk afkomstig van rond de Kaspische zee maar werd door de Romeinen door europa verspreid. In 878 hadden de graven van Gelre drie mispelbloemen in hun wapen staan dus gaan archeologen er van uit dat de mispel in de 9e eeuw naar Nederland kwam. Sindsdien is de mispel niet meer weg te slaan uit onze cultuur en taal. Het gezegde “zo rot als een mispel” klopt echter niet helemaal. Mispels zijn namelijk, net als elk ander fruit, rot niet eetbaar. Gegist is dit een heel ander verhaal. Dan is het vruchtvlees zacht en bruin en heerlijk zoet! Pluk je mispel dus in Oktober of November en laat hem drie weken ondersteboven op een koele plaats liggen tot het vruchtvlees voldoende gefermenteerd is. Boordevol vitamine C en weer een keer wat anders dan een appel of peer.

De Sleedoorn (Prunus spinosa) is een van de meest ondergewaardeerde vruchten van onze inheemse flora. Deze voorouder van alle gekweekte pruimen is dan ook niet bijzonder smakelijk. De bessen zijn zelfs na de eerste nachtvorst extreem zuur en dus zowat niet weg te krijgen. Onderzoekers waren dan ook lichtelijk verbaast toen bij een Neolithische nederzetting in Glastonbury kruiwagenladingen sleedoornpitten werden gevonden. Misschien denk je nu; ondergewaardeerd, hoezo dan? Nou, als ik je nou vertel dat de sleedoorn de meest studentikoze vrucht ooit is, zou dat de zaak veranderen? Van sleedoorn kun je namelijk heerlijke “Sloe gin” maken, een soort rum rozijnen alleen dan zonder rum en zonder rozijnen. Een goede manier dus om zowel aan je alcoholbehoefte als aan je fruitbehoefte te voldoen.

Zo nu heb je weer een aantal manieren om eens een keer je banaan te laten staan en eens te gaan voor een inheemse lekkernij. Eet smakelijk

Tekst en foto: Tim van leeuwen

woensdag 27 juli 2011

Larenstein in zomerse sferen

Het zit er weer op voor dit schooljaar! Massaal worden de tassen uit de kast gehaald en ingepakt om meegenomen te worden naar afgelegen bestemmingen. Van Turkije tot Tunesië overal vind je tegenwoordig wel studenten die in hun vakantie hun grenzen gaan verleggen en uitwaaien naar streken ver buiten dit landgoed. Ook ik ga over niet al te lange tijd toch nog even lekker op vakantie en dus licht deze Blog even stil. Jammer jammer jammer hoor ik jullie denken. Maar wees gerust, in September pakken we gewoon de draad weer op! Voor nu, namens de hele VHL Natuur crew natuurlijk een fijne vakantie, waar je dan ook heen gaat en graag zien we je terug aan het begin van het volgend schooljaar.

Tim van Leeuwen
Commissaris Landgoed

dinsdag 12 juli 2011

Vampieren in het kasteel

Overdag verschuilen ze zich in de donkere hoeken van dit Landgoed, maar ‘s nachts worden ze actief en gaan dan op jacht. Geruisloos vliegen ze door de gangen opzoek naar niets vermoedende slachtoffers, die ze vervolgens verorberen met huid en haar!
Het lijk een passage uit een van de boeken van Bram Stoker, maar niets is minder waar. Dit is geen fictie, dit is echt! Alleen zijn hier de onschuldige slachtoffers niet bewoners van Transsylvanië, maar een handje vol nachtvlinders, muggen en andere zoemende insecten. Best wel nuttig dus, want veel van deze zoemers houden mij anders best wel uit de slaap! De vampier in kwestie is bovendien een Gewone Dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) en geen Karpatische heerser. Deze algemene vleermuissoort is waarschijnlijk binnen gekomen door een openstaand raam en heeft helaas niet op tijd de uitgang kunnen bereiken. Wel jammer voor de vleermuis maar toch ook wel weer een mooie kans om een schuw en verborgen levend diertje beter inbeeld te krijgen. De vleermuis is na zijn dood met veel eer begraven onder een van de heggen op het Landgoed. Kijk ’s nachts noch maar eens goed rond, mischien zie je nog wel een van zijn soortgenoten rondvliegen.

Foto en tekst: Tim van Leeuwen

woensdag 29 juni 2011

Een Duitser op bezoek

Op de Velpse locatie van internationale hogeschool van Hall Larenstein is vandaag een nieuwe plantensoort gevonden. Het gaat hier om Duits viltkruid (Filago vulgaris) een plant met een wel heel internationale naam die mooi past bij het imago van de school.
Hoewel de naam doet vermoedden dat de plant alleen in Duitsland voor komt, vind je hem toch wel verspreid van midden Azië tot zuidoost Europa. In Nederland word de plant thans nog als zeldzaam beschouwd maar het vermoedde bestaat dat dat niet helemaal meer op gaat. Voor de berekening van de zeldzaamheid van planten word gekeken in hoeveel atlasblokken (5 bij 5 km) de plant voor komt. Maar hiervoor worden vaak wat verouderde gegevens gebruikt en word de trend van de laatste jaren niet meegenomen. In de praktijk word de plant inmiddels op veel meer plaatsen gevonden dan 10 jaar geleden het geval was. Iets minder zeldzaam dan gedacht dus, maar toch nog een mooie ontdekking. Wil je het Duits viltkruid ook zien? Dat kan, hij staat voor de school in de Heemtuin op het grindpad en tegen de oudbouw aan de kant van de mammoetboom.

Foto en tekst: Tim van Leeuwen
Met dank aan: André Hertog

maandag 27 juni 2011

Het akker archief

Bloemrijke akkers zijn zowel een prestigeobject als een schrikbeeld. Het is maar welke mensen je er over spreekt. Bij sommige agrariërs zien hun vruchtbare bouwland dat al eeuwen in familiebezit is verdwijnen onder een bloemrijke akker. Het gewas dat zij er op zaaien brengt minder op door dat er concurrentiekrachtige planten als distels en melkdistels opkomen.
Bij sommige natuurbeschermers zijn bloemrijke juist de pareltjes van het boeren land. Zo zagen de akkers er rond 1850 uit. Toen was er noch echte natuur in Nederland, met herten aan de rijn en overal dassen en kwartels. Waar je ook liep overal kwam je planten en dieren die je tegenwoordig (bijna) nergens meer ziet. Door dat vroegere beheer weer te herintroduceren (zo redeneren deze natuurorganisaties) komen ook de soorten die daar bij horen weer terug.
Welk standpunt uiteindelijk het juiste standpunt is mag je zelf bepalen maar om in ieder geval een beeld te krijgen van wat een bloemrijke akker nou inhoud hebben wij hier op Landgoed Larenstein enkele voorbeelden van bloemrijke akkertjes aangelegd. Twee liggen er achter de kleidijk in de heemtuin en een licht er voor aan de overkant van het blauwgrasland. De bloemrijke akker die voor de kleidijk ligt (foto) is vorig jaar ingezaaid met winterrogge. Na de oogst van dit gewas is het hooi opgestapeld in hooimijten en vervolgens omgeploegd. De akker is in het verleden ingezaaid, maar inmiddels handhaaft de begroeiing zich zonder dat er ieder jaar word ingezaaid. Het moge duidelijk zijn dat deze akker in dit seizoen niet gebruikt kan worden voor het verbouwen van roggen of tarwe. Maar aan de andere kant staat hij nu wel vol met een zeldzame bloemenpracht. En welke keus maak je dan als beheerder….

Tekst en Foto: Tim van Leeuwen

maandag 20 juni 2011

Stekende Aloë

Dagelijks loopt bijna de gehele schoolbevolking er wel langs, de twee grote stekelige woestijnplanten die voor de ingang van het schoolgebouw staan. Vele malen heb ik me inmiddels afgevraagd wat het in vredesnaam zijn, of ze wel echt zijn en niet van plastic en waar ze vandaan komen. Na me dit een aantal jaar afgevraagd te hebben was vandaag het moment aangebroken dat ik maar eens ben gaan uitzoeken hoe het allemaal zit. En het verhaal achter de planten bleek best interessant te zijn.
De planten die voor de school staan zijn allebei van de zelfde soort, hoewel je dat op uiterlijk niet zou zeggen. De honderdjarige aloë (Agave americana) heeft een grijze en een geelgerande variant . Beide zijn oorspronkelijk afkomstig uit Mexico en zijn inmiddels in veel landen over de hele wereld als sierplant ingevoerd. Hoewel deze plant de honderdjarige aloë heet heeft ze niet de zelfde helende werking als de Aloë vera (Aloe vera). Waar het sap van de aloë vera zacht en verzorgend voor je huid is, veroorzaakt het sap van de honderdjarige aloë direct na contact een ernstige huidirritatie die dagenlang kan aanhouden. Niet echt iets voor je shampoo dus.
Waarom heet de plant dan toch aloë? Nou uiterlijk lijken de planten best wel op elkaar, dus toen de plant ontdekt werd in de 16e eeuw hebben de naamgevers hem waarschijnlijk abusievelijk bij de aloë’s ingedeeld. Tegenwoordig weten we wel beter, zou je denken. Maar zelfs met de meest moderne technieken zijn wetenschappers er nog niet uit waar ze deze plant moeten indelen. Het geslacht agave, waarbij ook de honderdjarige aloë word ingedeeld, worden in het ene systeem gedeeltelijk ingedeeld bij de agave familie (Agavaceae) en gedeeltelijk bij de asperge familie (Aspergefamilie). In een ander systeem is deze splitsing verdwenen en worden alle planten ingedeeld in de agave familie die als onderfamilie bij de asperge familie is ingedeeld. Denk daar de volgende keer eens over na als je aanvalt op je bord aspergesoep.

Tekst: Tim van Leeuwen
Foto: Robin Kraaij

donderdag 12 mei 2011

Als een rat in het water

Hoewel de meeste zoogdieren zoals wij het liever niet al te nat hebben, krijgen sommige dieren maar geen genoeg van dat water. De muskusrat (Ondatra zibethicus) is een van die echte waterdieren.
Een groot deel van de nacht en de avond brengt hij zoekend naar voedsel al zwemmend en duikend door. Voortgestuwd door zijn krachtige staart verorbert hij zo water- en oeverplanten en zo af en toe een keer een mossel of een visje. Wel een leuk diertje dus, maar eigenlijk hoort hij niet hier.
De muskusrat is van oorsprong afkomstig uit Noord Amerika en dat het dier nu hier is hebben we allemaal te danken aan een Boheemse prins. Zijn naam was Colloredo Mannsfeld en in 1905 besloot hij na een geslaagde jachtexpeditie in het zuidoosten van Canada een paar van deze schattige diertjes mee te nemen naar zijn buitenverblijf nabij Praag. Daar voerde hij ze wortelen en aardappelen en de diertjes vermenigvuldigden zich zeer goed. Zo goed zelfs dat een deskundige de populatie tien jaar later in een straal van honderd kilometer rond het landgoed op ongeveer twee miljoen schatte! De invasie was een toen al niet meer te stuiten en in 1946 bereikte het knaagdier Nederland.
Het dier is vooral schadelijk omdat het holen graaft in waterkeringen (dijken) en oevers waardoor deze instorten. Maar gelukkig is er ook een oplossing. Het waterkonijn, zoals de waterrat in België ook wel word genoemd, is een ware delicatesse (zie hier voor een recept). Ook de vacht van dit diertje is bijzonder bruikbaar. Dit was dan ook de oorspronkelijke rede dat meneer Mannsfeld zo lustig op jacht ging. De vacht is zeer warm en bovendien ook waterdicht.
Het dier op de foto is op 19 april in de vijver dicht bij de ringentuin waargenomen door Jacob Nugteren. Helaas heeft hij hem niet kunnen vangen, dan hadden we het recept nog eens kunnen maken.

Tekst: Tim van leeuwen
Foto: Jacob Nugteren

maandag 25 april 2011

Het meest veelzijdige stukje vlees.. Kip!

We hebben een bijzondere gast op ons landgoed; een haan. Soms struint hij over de akkers bij de kleidijk, op andere momenten loopt hij rond op de parkeerplaats. Ook is de haan waargenomen in de Kerkallee, waar hij katten aan het schrikken maakt. Het is een raadsel waar onze gevederde vriend vandaan komt. Volgens onze conciërge Luc gebeurt het vaker dat dieren bij ons over het hek gezet worden. Eind april is een van de momenten waarop we grote kans lopen katten op het landgoed te vinden die zijn gedumpt. Gelieve deze dieren niet te verwijderen, twee van deze katten wonen daadwerkelijk op het terrein!

Een gedumpte haan? Wie weet. Het is in ieder geval een mooie kans om ons wat te verdiepen in de kip (Gallus gallus domesticus). Wat blijkt? De kip is een machtig interessant beestje!

Een kip eet hard spul; maiskorrels bijvoorbeeld. Dit wordt in zijn krop geweekt met kippespeeksel. Bij de vertering van het geweekte voedsel komen maar liefst twee magen en twee blinde darmen te pas.

Ze kunnen niet goed zien. Daarentegen kunnen ze zich wel goed oriënteren door het aardmagnetisch veld in de gaten te houden met een soort kompasje in hun kop.

Kippen hebben geen oorschelpen, hun gehoor is daardoor matig. Wel hebben zij oorlellen. Wanneer deze wit zijn legt de kip witte eieren, wanneer deze roze zijn, zijn de eieren van de desbetreffende kip bruin.

Kippen zijn zo intelligent als kleine kinderen. Ze kunnen 100 soortgenoten herkennen. Ook weten ze van hun soortgenoten exact de rangorde. Het systeem van rangorde bij kippen is behoorlijk ingewikkeld en daar hoort een bepaalde kippenetiquette bij. Onder andere door te ‘tokken’ onderhouden de dieren contact met elkaar. Dit gevogelte gebruikt zo’n 25 ‘woorden’. Ze kunnen zelfs communiceren met hun kuikens wanneer deze nog in het ei zitten.

Een ei is trouwens ovaal, dat van het Latijnse woord ‘ovum’ afkomstig is. Dit betekend ei.

De gesnavelden hebben schubben! Alleen op hun poten, dat wel.

Zo kan men nog wel even doorgaan over de kip en het mysterie van onze haan.

Foto’s, verhalen en inlichtingen kan men sturen naar Info.LaarX@gmail.com


Tekst en foto: Annemiek Slootweg

zaterdag 16 april 2011

En ze zijn weg….

Vorige zomer ben ik samen met Robin voor een onderzoek naar het verre Limburg vertrokken. Limburg is erg ver weg en iedere dag heen en weer reizen is dus niet de meest handige oplossing, vandaar dat we vorig jaar ongeveer 3 maanden in een tentje op een hooizolder hebben geslapen.
Dit is ons zo goed bevallen dat we hebben besloten dit jaar maar weer door te gaan met het onderzoek. Er is alleen een probleem…… al onze belevenissen in Limburg hebben niets te maken met het Landgoed maar we willen jullie er wel graag over vertellen.
Ons briljante idee: we maken gewoon een blog voor verhalen van buiten landgoed Larenstein. Dus ben je op stage, of kom je buiten het landgoed iets leuks tegen? Stuur het dan naar VHL op locatie!
Hier staan binnenkort ook onze avonturen in Limburg op. We zijn dus wel ver weg maar we houden jullie op de hoogte.

Tekst: Tim van Leeuwen
Foto: Nico Schavemaker

zaterdag 2 april 2011

Robert-le-Diable

Naast de kleine vos, de citroenvlinder, het icarusblauwtje en het koolwitje is op ons landgoed inmiddels ook de gehakkelde aurelia (Polygonia c-album) gespot! De gehakkelde aurelia lijkt op zijn naam. Zijn vleugels zijn typisch ‘gehakkeld’ (grof gekarteld) en goudkleurig (het Italiaanse woord aurelio). In het Frans heet de vlinder Robert-le-Diable, ofwel Robert de duivel. Vanwege zijn duivelse vleugels. Deze vleugels hebben de functie de vijand te verwarren omdat deze vorm lastig te interpreteren valt.

Het diertje houdt van open bos; bosranden, struwelen en parken. Zijn eitjes worden vooral op brandnetelsoorten gelegd. Op dit moment doet de gehakkelde aurelia het erg goed in Nederland. Terwijl hij in de jaren 60 alleen in Noord Brabant te vinden was. Dit is waarschijnlijk te danken aan de klimaatverandering waardoor het dier zich steeds noordelijker thuis voelt.

De gehakkelde aurelia is het logo van onze studievereniging LaarX en daarom extra bijzonder.

Mocht je zelf deze schitterende vlinder nog niet gespot hebben dan hoef je eigenlijk alleen maar in de gangen te zoeken naar het bestuur van LaarX. Met een beetje geluk hebben zij hun nieuwe outfit aan waar ook de vlinder een trotse plaats heeft gekregen!

Tekst: Annemiek Slootweg
Foto: Roel de Greeff

donderdag 24 maart 2011

Lijstertje zo zwart van veren

De merel (Turdus merula) is een van de meest algemene zangvogels in Nederland en onder andere familie van de zanglijster en de nachtegaal. Deze vogel met zijn mooie zwarte verenkleed en zijn prachtige zangstem werd vorig jaar de op één na meest waargenomen vogel tijdens de tuinvogeltelling in Nederland. Met stip op de bovenste plaats vinden we natuurlijk de huismus, maar die zingt lang zo mooi niet!
Het stemgeluid van de merel wordt zelfs zo mooi gevonden dat deze vogel door luisteraars van het radioprogramma Vroege Vogels is uitgeroepen tot de vogel met de mooiste zangstem. De merel maakt dan ook een erg mooi geluid. Maar deze hoge waardering komt ook omdat we het hele jaar door van de heerlijke roep kunnen genieten. Toch zijn het niet steeds de zelfde merels die je hoort. In de winter trekken onze zomermerels richting het zuiden. Hun plaats wordt ingenomen door noordelijker levende dieren die hier komen overwinteren. Deze trekbeweging is de laatste jaren echter aan het afnemen. Steeds meer merels blijven in ons land. een mogelijke verklaring voor het stoppen van de strek licht volgens Leidse onderzoekers in het veranderende klimaat.
Ook zingt niet iedere merel het zelfde. Onderzoekers aan de universiteit van Leiden hebben aangetoond dat merels die in de stad leven een andere zang hebben dan merels uit bosgebieden. Stads merels hebben een hogere kortere zang dan bos merels. Omdat er ook verschillen zijn in lichaamsbouw is het mogelijk dat de merels in de stad zich aan het ontwikkelen zijn tot een nieuwe soort.
Zo zie je maar weer, niet alles is wat het lijkt.

Foto: Robin Kraaij
Tekst: Tim van Leeuwen

woensdag 23 maart 2011

Vinger of Hol?

Planten drijven floristen soms tot wanhoop, maar meestal zijn bloeiende planten niet echt een probleem. In het kader van op iedere regel is een uitzondering presenteren we jullie de holwortel (Corydalis cava) en de vingerhelmbloem (Corydalis solida).
Beide planten hebben overwegend paarsachtige, soms witte, bloemen en ingesneden bladeren. Beide planten komen voor in kreupelhout en beschaduwde bossen van in midden en zuid Europa. Ook in ons land en zelfs op dit landgoed staan deze planten vaak zelfs door elkaar!
Allemaal heel ingewikkeld dus, maar hoe haal je die planten nou uit elkaar? Eigenlijk is het verschil heel simpel, je moet alleen even weten waar je op moet letten. De holwortel heeft tussen de bloemen steunblaadjes zitten die niet ingesneden zijn.
Bij de vingerhelmbloem zijn deze steunblaadjes wel ingesneden. Dus eigenlijk helemaal geen reden tot wanhoop. Planten zijn lang zo moeilijk niet!

Foto's: Tim van Leeuwen en Robin Kraaij
Tekst: Tim van leeuwen


woensdag 9 maart 2011

Bemesting?!

Ja dat had je niet misschien niet verwacht he, bemesting op het Landgoed Larenstein! Toch is het zo, maar dit is niet zomaar mest. Nee deze mest is bijzonder!
Het begon allemaal 2 jaar geleden. Toen stond de mest die nu over de gazons wordt uitgestrooid als eenjarige plant in de tuin. Na de bloei worden deze planten verzameld, vermengd met aarde en gecomposteerd. Na twee lange jaren is het proces voltooid en wordt dit rijke mengsel uitgestrooid over de gazons. Alleen over de gazons.
Voor de borders word een ander soort compost gebruikt. Deze wordt gemaakt van verhakseld bladafval, omdat de compost gemaakt van eenjarigen te veel zaden bevat. Deze zaden zouden de planten die in de borders worden gezaaid wegconcurreren en dat is natuurlijk niet de bedoeling.
Het gebruik van compost voor het bemesten van de tuin betekend dat de watergangen niet vervuild raken door het gebruik van kunstmest. Daarnaast spaart het een hoop geld uit. Bovendien is het ook nog eens duurzaam! Een hoop vliegen in een klap!

Tekst en foto: Tim van leeuwen

woensdag 2 maart 2011

Sijs

De sijs (Carduelis spinus), een contrastrijke zangvogel uit de familie van de vinkachtigen (Fringillidae). Deze soort is in Nederland in de winter te vinden op o.a. sparren, berken en elzen. Zo ook het exemplaar op de foto. Samen met een groepje soortgenoten zat deze sijs op een els in het Kappellebos van ons welbekende landgoed. Zijn spitse kegelvormige snavel is geschikt om zaden uit sparappels, elzenproppen en berkenkatjes te peuteren. In de winter maken sijzen ook gebruik van pindanetjes, waar ze dan als een mees op de kop hangen om de zaadjes te nuttigen. Ik heb me laten vertellen dat ze soms ook op de kop slapen. In het plat Amsterdams spreekt men ook wel eens van sijsjes en drijfsijsjes, hiermee worden 'gewone' vogels en zwemmende vogels bedoeld.

Mocht je ooit een groepje sijsjes zien let dan ook op andere soorten zoals putter en barmsijs. Deze soorten zitten dikwijls bij elkaar in een groepje!

Tekst & foto: Nico Schavemaker

dinsdag 1 maart 2011

Onderwijs in de praktijk

Op mijn vele zwervingen over dit landgoed kom ik ook wel eens op het terrein waar vroeger de praktijkschool IPC Groen gevestigd was. Deze praktijkafdeling is tegenwoordig naar een andere locatie verhuisd maar het terrein wordt nog steeds voor onderwijs gebruikt.
Op de foto zien we leerlingen van het Helicon die les krijgen in hoe met een graafmachine om te gaan. In tegenstelling tot wat veel mensen denken in het nog al een precisie klusje. Je moet goed weten hoe diep je uit moet graven als je bijvoorbeeld reliëf volgend moet plaggen. Ook is het belangrijk te leren hoe je met een graafmachine ervoor zorgt dat wat je uit graaft perfect vlak is als je een weg wil aanleggen.
Echt iets wat enige oefening vereist dus. Gelukkig hebben we een Landgoed dat groot genoeg is om deze vaardigheden te oefenen.

Foto en tekst: Tim van leeuwen