donderdag 18 december 2014

Aziatische verstekelingen

Hoewel deze tijd bekend staat als het moment waarbij vaak vele Scandinaviërs aanvliegen, zijn het dit keer Aziaten die het landgoed zijn binnen gedrongen. We hebben het hier over de Aziatische veldkers!
Aziatische veldkers (Cardamine Asian flexuosa) is een uit Azië afkomstige plant die vorig jaar pas officieel als nieuwkomer voor Nederland is vastgesteld. Het is echter aannemelijk dat Aziatische veldkers al een aantal jaar in Nederland rondzwerft maar niet eerder is opgemerkt. Zo lijkt de soort op het eerste gezicht veel op de veelvoorkomende bosveldkers (Cardamine flexuosa) en kleine veldkers (Cardamine hirsuta). Zoals vele andere nieuwkomers heeft ook Aziatische veldkers via tuincentra Nederland weten te bereiken. Met plantmateriaal uit het verre oosten wordt namelijk veel grond aangevoerd, soms inclusief de ‘onkruiden’.
               Habitus van een volledig uitgegroeide Aziatische veldkers.

Aziatische veldkers is een eenjarige plant die behoort tot het kruisbloemen geslacht Cardamine, net als andere veldkersen en de pinksterbloem. Het is een vroege voorjaarsbloeier die ook in relatief zachte winterperioden weer in bloei kan komen. Het is daarnaast een pionier, die voorkeur heeft voor open (omgewerkte) bodems. Aziatische veldkers vind je dan ook met name op kwekerijen en als ‘onkruid’ in plantenbakken in tuincentra. Ook begraafplaatsen, tuinen en langs gevels in de stad kun je de soort aantreffen.

Ondanks de sterke gelijkenis met bos- en kleine veldkers onderscheidt Aziatische veldkers zich door een aantal kenmerken. Het gaat hierbij om een combinatie van de onderstaande eigenschappen.

Herkenning:
- Geen rozetbladeren
- Stengelbladeren zijn van boven kaal (loepje!)
- Vaak drie- of tweelobbige deelblaadjes
   

     Deelblaadjes van de stengelbladeren zijn van boven kaal en vaak drielobbig.

Over het voorkomen van Aziatische veldkers binnen Nederland is nog weinig bekend. Nu de soort al een enige tijd publiciteit geniet, worden er steeds meer vondsten gedaan. Men heeft echter nog lang geen volledig beeld van de verspreiding.
Hoewel Aziatische veldkers tot voor kort nog ontbrak op het landgoed, trof ik hem laatst voor het eerst aan op de voormalige locatie van het klooster. Op deze plek is een haag aangelegd waarbij gebiedsvreemde grond is gebruikt. Het is waarschijnlijk dat de Aziatische veldkers hiermee is aangevoerd.


Ondanks zijn exotische komaf lijkt Aziatische veldkers geen invasief gedrag te vertonen. Een vriendelijke vreemdeling dus en een leuke aanwinst voor landgoed Larenstein!

Tekst en foto’s:
Tim van de Vondervoort
Literatuur:
Dijkhuis, E., Dirkse, G. &
 Duistermaat, L. (2014), Let op Nieuwe Aziatische veldkers, Natuurbericht.nl

woensdag 10 december 2014

Het is zover!! Het nieuwe LaarX bestuur.

De bestuurswisseling heeft plaatsgevonden en het oude bestuur heeft een stokje doorgegeven aan een nieuwe groep studenten.

Laten we beginnen met de voorzitter:

Mijn naam is Michiel Elderenbosch en ik ben 22 jaar. Van oorsprong kom ik uit Assen maar woon sinds 2.5 jaar nu in Velp en volg de opleiding Bos en- Natuurbeheer. Ik zit in het derde jaar en ben nu bezig met m’n Major Natuur en Landschapstechniek. Voor Larenstein heb ik al een MBO opleiding Bos en- Natuurbeheer gedaan op het AOC-Terra in Meppel. Deze opleiding was mij te praktisch en wilde graag verder leren. Zelfs na Larenstein ben ik waarschijnlijk nog van plan om wellicht Wageningen of Groningen op te zoeken en daar verder te studeren.



Mijn passie zijn vogels. Daar ben ik achter gekomen na een stage bij Vogelringstation Menork in Friesland. Hier heb ik veel ringwerkzaamheden gedaan en dat heeft er toe geleid dat ik nu nog steeds actief ben op ringgebied. Ik ben druk bezig met oefenen zodat ik over een tijdje mijn eigen ringvergunning kan krijgen. Vanaf april 2015 zit ik waarschijnlijk samen met Piet Admiraal (ook Larensteiner) 3 maanden lang op Antikythera (Griekenland) om daar een ringstage te volgen. Hier heb ik echt super veel zin in en kan bijna niet wachten tot het zover is.

Mijn rol binnen LaarX is dat ik de voorzitter mag zijn voor een jaar. Ik wil LaarX nog bekender maken door middel van allerlei leuke lezingen en activiteiten op Kennislandgoed Larenstein. Zo zou ik graag willen dat er een nestkast voor kool/pimpelmezen word voorzien van een camera zodat we een  livestream in de kantine hebben! Dit is een van de middelen die ik wil gebruiken om LaarX nog meer bekend te maken bij de studenten op school. Ik heb al gemerkt dat dit bestuur vol zit met ideeën en zie er naar uit om deze te realiseren. Verder wil ik een leuke tijd met de rest van het bestuur doormaken, samen LaarX naar een hoger niveau tillen en je leert er op persoonlijk vlak ook nog eens erg veel van.
Tot ziens bij een van onze lezingen!





De Penningmeester/ secretaris:





Mijn naam is Lex Plasmans ik ben de nieuwe penningmeester van Laarx. Ik ben 23 jaar en tweedejaars BNB student op VHL. Voordat ik hier studeerde heb ik 4 jaar 'Ecology & Wildlife Studies' gestudeerd op Helicon Velp. Hiervoor ben ik in 2012 een half jaar naar Ecuador op stage geweest.  Mijn passie voor tropische natuur is daar ontstaan, heb ik gekozen om hier naar VHL te komen voor de major 'Tropical Forestry'. Naast natuur in verre oorden ben ik ook breed georiënteerd en vind ik al sinds mijn jeugd natuur waar het ook is interessant. Ik hoop dat ik dit ook toe kan passen binnen het bestuur vaan Laarx en de lezingen. Ik ben in het eerste jaar van de opleiding veel aanwezig geweest bij Laarx activiteiten en ken het belang verrijkende kennis naast de colleges. Ik wil graag die traditie van Laarx uitdragen en mijn steentje bijdragen binnen de vereniging en de school.

De Commissaris duurzaamheid: 

Mijn naam is Joram Goth 21 jaar oud.
11-11-2014 ben ik verkozen tot Commissaris duurzaamheid voor de periode 2014-2015

Duurzaamheid inspireert mij, het maakt mij bewuster van de wereld om mij heen en ik laat graag mensen bewuster/positiever denken.

Graag zou ik Laarx stimuleren meer inkomsten te generen, zodat er meer bijzondere sprekers en excursies uit deze inkomsten kunnen worden betaald.
Ook zonder geld nodig ik graag samen met het bestuur nieuwe van Laarx gastsprekers uit, niet alleen voor BNB maar ook voor LWM,T&L en de opleidingen uit Wageningen.

Ik ben altijd nieuwsgierig naar alles. vooral in combinatie met natuur.
Naast mijn functie ben ik ook gevorderd imker en heb hier ook mijn eigen bedrijf: BijenKoning wat tevens mijn bijnaam is.

Help mij duurzaamheid klein of groot zichtbaarder maken!

Heb je ideeën of ben je gewoon enthousiast(over duurzaamheid)?
Stuur gewoon een mail!


Dan de commissaris studievereniging:

Naam: Guus Jenniskens
Leeftijd: 21
Opleiding: Tweede jaar van BNB, ga NLT doen als major.
Functie: Commissaris studievereniging
Interesses: Mijn grootste hobby is vogelen, maar daarnaast houd ik me ook steeds meer bezig met andere soortgroepen zoals vlinders en libellen. Verder ben ik vrijwilliger bij de waterscouting in Roermond, waar ik ook vandaan kom en waar mijn ouders nog steeds wonen.
Toekomst voor LaarX: Een groeiend aantal bezoekers, wekelijks interessante lezingen en ook regelmatige leuke en leerzame excursies voor onze leden.
Toekomst voor mijzelf: Later zou ik graag beheerder worden van een groot natuurgebied zoals De Meinweg.


Daarna de functie Marketing en communicatie:

Naam: Tessa Jonker
Leeftijd: 20
Opleiding: Tweede jaar van BNB, ik ga ITT doen.
Functie: Marketing en Communicatie
Interesses: Mijn hobby is alles dat met klassieke auto’s te maken heeft. Verder houd ik ook van de natuur, maar ik heb er nog niet zo veel verstand van. Ik ben me steeds meer aan het verdiepen in vooral vogels.
Toekomst voor LaarX: Meer bezoekers bij de lezingen, en ook eens in de zoveel tijd een lezing die ook interessant is voor T&L en LWM studenten.
Toekomst voor mijzelf: Ik zie mijzelf later werken in een groot houthandel bedrijf zoals Pontmeyer of Jongeneel in een functie waarbij ik regelmatig naar het buitenland mag.


 
En dan nu het grote nieuws. We hebben er een nieuwe functie bij !

De Commissaris Helicon

Ik ben Piet van den Bemd ,
19 jaar en zal dit bestuurs jaar voor LaarX  een nieuwe functie vertegenwoordigen: Commissaris Helicon.
Deze functie is ingebracht om ook studenten van het Helicon meer betrokken te laten raken met LaarX.
Verder heb ik afgelopen jaar mijn Diploma Bos- en Natuurbeheer behaald, en heb ik besloten om de studie Ecology and Wilflife mangement ook nog op het Helicon te volgen. 
De reden dat ik deze 2e studie ben begonnen is omdat ik erg geïnteresseerd ben in Zeezoogdieren op het Noordelijk halfrond, daarom probeer ik een hoop vakanties in canada en Scandinavië door te brengen.
Verder heb ik  als hobby’s karper vissen en jagen

De Commissaris Landgoed:


Mijn naam is Thijs Damen. Ik ben 23 jaar oud en zit in het 3e jaar van BNB.
Ik neem dit jaar de functie Commissaris Landgoed voor mijn rekening. Mijn hobby’s zijn: Zeilen bij de waterscoutingvereniging waar ik leiding ben, fotografie en natuur. Ik ben vooral bezig met insecten en zit daarom ook bij de insectenwerkgroep in wageningen. Ik ben veel op het landgoed te vinden en ben nu ook bezig om actief de soortenlijsten van het landgoed bij te houden en te updaten. Kom vooral eens kijken als we weer een dagje strooisel gaan onderzoeken!


vrijdag 31 oktober 2014

Hooiwagens


Op het landgoed is veel variatie te vinden zoals grasland en bos en bijvoorbeeld natte en droge plekken. Door deze variatie en de gradiënten ertussen gedijen er vele organismen. Maar waar planten en vogels zich relatief goed laten zien zijn vele andere groepen actief maar leven een verborgen bestaan. Een van die verborgen organismen is de hooiwagen.

Hooiwagens zijn spinachtigen maar eerder verwant aan teken en mijten dan aan de echte spinnen. Een van de makkelijkste veldkenmerken is het verschil tussen de opbouw van het lichaam. Waar spinnen een duidelijke scheiding heeft tussen borststuk (thorax) en achterlijf (abdomen) hebben hooiwagens 1 gecombineerd lichaampje.

Hieronder afgebeeld (boven) zie je de Gewone Mijnspin. Dat dit een spin is kun je goed zien aan de verdeling van borststuk en achterlichaam. Daaronder zie je een foto van de hooiwagen Nemastoma lugubre. Deze kleine diertjes zijn goed te onderscheiden aan de 2 witte vlekken op hun lichaam.


Vele mensen zullen schrikken van de wetenschappelijke namen die deze karakteristieke beestjes hebben gekregen maar mijn ervaring daarmee is dat ze snel wennen. En daarbij is die lange wetenschappelijke naam vaak mooier dan een Nederlandse naam die de soort maar half of slecht omschrijft. Een voorbeeld hiervan is de Strekpoot (Dicranopalpus ramosus) die hieronder is afgebeeld. Deze relatief grote hooiwagen is een exoot maar dat maakt ze zeker niet minder speciaal. De Strekpoot is goed te herkennen aan de gespleten palpen.


Zoals je kunt zien op deze foto mist dit exemplaar enkele poten. Hooiwagens zijn taaie diertjes en laten bij gevaar soms poten los om te ontkomen aan predatoren. Het lichaam van een hooiwagen is sterk bepantserd en hebben dus weinig vijanden die even
groot zijn als zijzelf. Hooiwagens hebben vooral te vrezen van kleine zoogdieren en vogels.
  
Wat hooiwagens zelf eten verschilt per soort. De meeste soorten leven van kleinere diertjes zoals springstaarten met een aanvulling van dood plantaardig materiaal. Hooiwagens zijn niet in staat een web te maken en hebben ook geen gif. Dus ze zullen veel groter moeten zijn als hun prooi of ze zullen zich dermate moeten aanpassen zodat ze een andere diergroep aankunnen. Een voorbeeld van zo een specialist is Trogulus tricarinatus (hieronder afgebeeld) . Alle leden van de Trogulus familie zijn zo gevormd dat ze een aparte diergroep op hun menu hebben kunnen zetten namelijk huisjesslakken. Trogulus tricarinatus heeft een radicale stap gemaakt in zijn evolutie en zijn lichaam is daarmee perfect aangepast voor het binnendringen van de huisjes. Deze hooiwagen is vooral bekend van kalkrijke condities zoals in Zuid-limbrug en in het riviergebied en is daarom op ons landgoed gebonden aan de mergel aan de stenen in de muurtjes die zijn gemaakt van de restanten van het oude klooster.


Zoals je kunt zien zijn hooiwagens erg divers in uiterlijk maar ook in gedrag, manier van leven en voorkomen. Dit maakt hooiwagens een gave groep om je in te verdiepen. Het gekke is dat dit bijna niet gebeurd. In veel literatuur en op sites als waarneming.nl zijn veel hooiwagens als zeldzaam aangemerkt hoewel dit vaak niet het geval is. Weinig mensen kijken ernaar en verdiepen zich in deze soorten en zo worden ze maar zelden gedocumenteerd. Dit zogenaamde waarnemingseffect maakt het nog eens extra leuk om deze apartelingen te vinden want het zou zomaar kunnen dat er ongemerkt zo een ''zeldzaam'' diertje door je tuin wandelt.

Om meer te leren over deze groep en ze goed op naam te kunnen brengen heb je goede bronnen nodig. Hierbij gebruik ik persoonlijk een boekje genaamd De Nederlandse hooiwagens uit de reeks entomologische tabellen en deze is op meerdere sites te koop zoals bij Vermandel (http://www.vermandel.com/product.php?pid=1075).

Ik wens jullie veel plezier met het zoeken onder stenen en dood hout en misschien zien we elkaar in de schooltuin.

Bedankt voor het lezen van dit lange verhaal!

Tekst en foto's: Thijs Damen


donderdag 9 oktober 2014

Gallen op het Landgoed

Tijdens een wandeling in het bos of bij het bestuderen van planten op het landgoed kom je ze wel eens tegen. Rare kleurrijke vergroeiingen van plantendelen. Dit zijn dus gallen. Gallen zijn abnormale vergroeiingen van plantenweefsels die veroorzaakt worden door allerlei soorten organismen.  De opvallendste zijn vaak de gallen van galwespen, galmuggen of galmijten maar de vergroeiingen kunnen ook veroorzaakt worden door schimmels of bacteriën.  Het voordeel voor veel van deze organismen is dat de larve zich kan ontwikkelen in een veilige omgeving. Gallen hebben allerlei gekke vormen en kleuren en komen op allerlei planten voor, van zomereik tot en met brandnetel.

 Elzenvlag is een gal die veroorzaakt wordt door een schimmel op de zwarte els.
Hondsdrafbeursjesgalmug is een gal die veroorzaakt wordt door muggen op hondsdraf.

Neem nu de aardappelgalwesp die kwam ik vorige week nog tegen op het landgoed. De ongevleugelde vrouwtjes van de aardappelgalwesp (veroorzaker) komen in de winter uit de grond om eitjes te leggen tussen de nog niet uitgelopen knoppen van de zomereik. Dit doet ze  met haar legboor,  naast de eitjes zet ze ook een stofje af die een biochemische reactie veroorzaakt in het systeem van de zomereik. Op deze plek groeit een grote gal van 2-3 centimeter doorsnede die op een aardappel lijkt. In deze aardappelgal ontwikkelen zich nu gevleugelde mannetjes en vrouwtjeswespen. Na de paring graven de vrouwtjes zich in de grond om de eitjes af te zetten die voor alleen vrouwelijke nakomelingen zorgt.  Deze nakomelingen maken de cyclus weer rond in de winter.

Aardappelgalwesp op zomereik

Naast de relatie van galveroorzaker en gastheer is er ook een relatie tussen niet gal verwekkende organismen. Dit zijn bijvoorbeeld sluipwespen die zich speciaal hebben geëvolueerd tot het prederen van gallen. De sluipwespen hebben een lange legboor waarmee ze door de schaal van de gal heen boren en een eitje afzetten op de larve van de galveroorzaker. Je ben dus nooit hellemaal veilig in een gal.

Zie de link voor een kort filmpje van David Attenborough over gallen.

Tekst: Jos Hoekerswever
Foto's: Jos Hoekerswever
Bron: Veldgids plantengallen, soortenbank.nl

dinsdag 9 september 2014

Laat je gaan, eet een sprinkhaan!

Wel eens een sprinkhaan geproefd? Of walg je van het idee om insecten te eten? Was je vorige week ook bij de introductieweek? Dan is de kans groot dat je een sprinkhaan hebt geproefd. Krokant gefrituurde en licht gezouten Europese treksprinkhanen werden door LaarX tijdens Laarpop  uitgedeeld.


Nu zal je je misschien afvragen waarom LaarX dit deed. Naast dat sprinkhanen uiteraard lekker en gezond zijn is er nog een reden waarom wij sprinkhanen uitdeelden. Insecten zijn namelijk een duurzame vleesvervanger. Voor één kilo kippenvlees is vier kilo (antibiotica) voer nodig, voor dezelfde kilo rundvlees tien kilo veevoer en voor één kilo rupsen is slechts drie kilo plantaardig voer nodig. (http://duurzaaminsecteneten.nl/insecten-eten/duurzaam/).
Voor degene die geen trek hadden in een sprinkhaan waren er bij ons ook biologische broodjes knakworst te verkrijgen.


Landelijk organiseert de organisatie ‘Studenten voor Morgen’ een wedstrijdje: Welke studievereniging verzint de meest ludieke, effectieve of populaire introductie stunt? Wij vanuit LaarX deden dit jaar ook mee. Een duurzame stunt kun je de sprinkhanen actie wel noemen. Vond je onze sprinkhanen actie leuk en lekker stem dan op LaarX via https://www.facebook.com/duurzameintro/app_126231547426086 


Ook de rest van de week was LaarX her en der aanwezig. Op de woensdag kwamen BNB studenten ons tegen op de Veluwezoom zoekend naar macrofauna voorkomend in de heide. In de avond kon men met ons mee op zoek naar vleermuizen en nachtvlinders. Als afsluiter kon men zelf broodjes bakken bij het LaarX kampvuur. Op de donderdag waren wij tijdens de fietstocht te vinden op het landgoed. Met een groot schepnet werden er fascinerende waterbeestjes gevangen. Ook met de vlindernetjes zijn er leuke insecten gevangen, zoals de bruine glazenmaker. Al met al een educatieve post waar veel belangstelling voor was. 


Het was een geslaagde, leuke en vooral duurzame introductie week. Volgend jaar weer! 

Tekst: Erik Versluijs & Gijs Bouwmeester
Foto's: Erik Versluijs

woensdag 25 juni 2014

Knallende werkzaamheden op het landgoed!

Een ieder die wel eens een rondje over het landgoed loopt kent hem wel. Als een een blauwe flits die over het water scheert of aan zijn typische roep die hem verraad. De ijsvogel (Alcedo athis). Sinds jaar en dag is deze prachtige vogel op het landgoed te aanschouwen. Maar waar broeden deze kleurrijke vogels eigenlijk?

IJsvogels zijn afhankelijk van zandige- of lemige steile oeverranden. In voorgaande jaren heeft het paartje ijsvogels op het landgoed meerdere malen geprobeerd te broeden. De enige steilwand die op het landgoed aanwezig was lag in een diep gat op het braakliggende terrein. Door verstoring en andere zaken hebben ze hier nooit hun kroost groot kunnen brengen. 

Om de ijsvogels een geschikte en permanente nestgelegenheid te bieden heeft LaarX in samenwerking met de studentenverenigingen Arbori cultura en Quercus een aantal (kunstmatige) steilwanden aangelegd. Zonder slag of stoot ging dit niet. 


In overleg met de tuinmannen zijn er drie locaties uitgekozen om een steilwand bij de vijvers van Larenstein aan te leggen. Per locatie werd door vier man bewapend met steekschoppen, bijlen en takkenscharen de handen uit de mouwen gestoken. Nog geen tien minuten waren we aan het werk tot er BOM over het landgoed galmde. Bij één van de locaties waren de harde werkers bij het uitbaggeren van de oever op een bom gestuit. De werkzaamheden werden stil gelegd en de conciërge werd erbij geroepen. Deze heeft vervolgens de politie ingeschakeld.


Op die locatie ging het hem eerst niet worden. Dus vol goede moed door naar de volgende. Ook hier zat het ons niet mee. Na twee keer een schop in de grond te hebben gestoken werden we belaagd door een zwerm lastige wespen. Ook hier moesten we dus verkassen. Gelukkig ontleende de oever zich vijf meter verder prima voor de aanleg van een steilwand. Op de derde locatie kregen we te maken met dikke boomwortels en veel puin in de oever. Het begin is er en deze steilwand zal net als de locatie van de bom op een later moment voltooid worden. 

Voor de bom was de EOD inmiddels ingeschakeld. Met drie man sterk kwamen ze de bom onschadelijk maken. Het bleek om een Britse 3,7 inch luchtafweer brisantgranaat te gaan. Omdat de bom/granaat door roest en ouderdom instabiel kon zijn werd er besloten om het explosief op het landgoed onschadelijk te maken. Hoe dit in zijn werk ging is op onderstaand filmpje te zien:


Zo zie je maar weer wat je allemaal wel niet op het landgoed tegen kan komen. De rest van de steilwandjes worden binnenkort verder gerealiseerd. Namens LaarX willen we alle studenten die hebben meegeholpen (en daarmee hun leven op het spel hebben gezet) heel hartelijk bedanken. Hopelijk word de noeste arbeid volgend jaar beloond met jonge ijsvogels!

Tekst: Gijs Bouwmeester
Foto's en filmpje: Jos Hoekerswever

woensdag 11 juni 2014

Plantaardige vampiers?

Nee, deze planten drinken geen bloed maar onttrekken wel voedingstoffen en water van hun gastheren. Er zijn twee klassen parasitaire planten te vinden in het plantenrijk: de half parasitaire en volledig parasitaire planten. De half-parasieten bevatten wel chlorofyl waarmee ze zelf in hun energie kunnen voorzien door middel van fotosynthese. In tegenstelling tot de volledig parasieten die geen chlorofyl/bladgroenkorrels bevatten, dit maakt ze volledig afhankelijk van hun gastheer.  Op landgoed Larenstein kun je beide klassen aantreffen. Te beginnen met de half-parasieten.


Wie kent hem niet, de grote ratelaar (Rhinanthus angustifolius). De halve schooltuin staat er vol mee. En gelukkig maar want de grote ratelaar parasiteert hoofdzakelijk op grassen en creëert daarmee ruimte voor andere kruiden. Vooral als de grote ratelaar is uitgebloeid doet hij zijn naam eer aan door de ratelende zaden in de kelken. De grote ratelaar "gebruikt" grassen en vlinderbloemigen als gastheer/waardplant. Met de penwortel wordt contact gemaakt met de wortels van deze waardplanten en op die manier worden bepaalde mineralen en stikstof afgetapt van de waardplant. Een oud gezegde luidt dan ook dat waar de ratelaar zich vertoont het gras kort blijft.


Een andere half-parasiet die je op het landgoed kunt vinden is hengel (Melampyrum pratense). Deze plant vind je in drogere bossen en schaduwrijke bermen. Hengel parasiteert met name op wortels van berk en eik. De voortplanting van deze plant is erg bijzonder. De vrucht die na bevruchting ontwikkelt heeft vier tamelijk zware zaden met een oliehoudend weefsel aan de buitenkant, een zogenaamd mierenbroodje. Mieren zorgen voor de verspreiding van deze vruchten en je ziet dan ook soms aan de voet van een mierenhoop een groot aantal kiemplanten van hengel in het voorjaar. Ook is hengel een belangrijke waardplant voor de bosparelmoervlinder (Melitaea athalia).



De laatste half-parasiet die je op het landgoed kunt aantreffen is de maretak (Viscum album). Iedereen kent het gebruik van de maretak dat wanneer je eronder staat iemand straffeloos mag kussen. Nu zal dit op het landgoed moeilijk gaan tenzij je bukt of gaat liggen. De maretak heeft zich namelijk gevestigd in de laagstam appelbomen nabij de ringen-tuin. Ook deze half-parasiet plant zich op een bijzondere wijze voort. De witte, besachtige vrucht wordt door vogels verspreid. Deze worden vaak genuttigd in de oksel van een tak, het zaad blijft liggen en ontkiemt. De wortel groeit in de boom. Zaden worden niet verteerd en hebben een kleverige laag, vandaar ook de naam 'vogellijm'.



Als volledig parasitaire plant word er af en toe groot warkruid (Cuscuta europaea) op het landgoed aangetroffen. Deze plant parasiteert voornamelijk op brandnetels. Maar nu, een primeur voor het landgoed! Een week geleden is de bitterkruidbremraap (Orobanche picridis) ontdekt. Deze plant die geheel bladgroen loos is komt praktisch alleen voor in de kust/duingebieden van Nederland. Op het landgoed is de plant een handje geholpen door het verspreiden van zaad. Hier heeft hij zijn gastheer, zoals zijn naam doet vermoeden, echt bitterkruid (Picris hieracioides) gevonden. Een fantastische ontdekking en een aanwinst voor het landgoed!

Tekst en foto’s: Gijs Bouwmeester


donderdag 5 juni 2014

Een huis voor de bosuil

Naast de doorgaande nestkasten die door verschillende leraren zijn geadopteerd is er bij het aftreden van oud opleidingsdirecteur Hans van Rooijen een speciale nestkast geschonken door LaarX. Deze nestkast was ooit een oude brievenbus. Nu is hij omgebouwd tot een nestkast voor de bosuil. Op onderstaande foto kun je goed zien dat er een apart compartiment achter het vlieggat zit. Dit zorgt er voor dat het in het andere (nest)compartiment goed donker blijft. Hier houd de bosuil van aangezien het nachtactieve vogels zijn. 
Het ophangen van de nestkast bleek een heel karwij te zijn. Het is natuurlijk een behoorlijk lomp en zwaar ding die de boom in moet. Met enige hand en spandiensten en hulp van medestudenten Bauke ten Cate en Jeroen Nagtegaal heeft de kast een mooie plek gekregen. 
Zoals eerder genoemd is de kast speciaal bedoelt voor de bosuil. De bosuil houd van parkachtige bossen met oude bomen. Hun dieet bestaat met name uit muizen en kleine zangvogels. Het landgoed is dus een ideale plek voor een bosuil om te vertoeven. En dat blijkt, afgelopen jaren zijn er meerdere malen bosuilen gehoord en gezien op het landgoed. De onmiskenbare spookachtige roep van de bosuil heeft iedereen wel eens gehoord. Ook het krijsende geluid van het vrouwtje is onmiskenbaar. 
In theorie is het een kwestie van tijd wanneer de bosuil de kast ontdekt en deze zal gaan gebruiken om in te broeden. Het zal echter dit jaar niet meer gebeuren, de bosuil is in Nederland één van de eerste vogels die zijn eieren legt. Vrijwel alle jongen zijn al een aantal weken geleden uitgevlogen. Wel bied de nestkast kans voor andere soorten vogels. Zo bestaat de kans dat een kauw, holenduif of zelfs boomklever of koolmees er zijn plekje vind. We zullen de kast nauwlettend in de gaten houden! 

Tekst en foto's: Gijs Bouwmeester

dinsdag 13 mei 2014

De eerste jongen zijn geringd op het landgoed!


Op dinsdag 6 mei 2014 zijn de eerste jongen in de nestkasten geringd. De nestkasten zijn door verschillende docenten gekocht en in de schooltuin opgehangen door studievereniging LaarX. Sinds vorig jaar hangen de kastjes verspreid door de tuin van Van Hall Larenstein en dit jaar zijn voor het eerst daadwerkelijk jonge vogels geringd. Er zijn in totaal 18 kastjes gecontroleerd en 10 van de 18 waren bezet met jongen/eitjes. De meeste nestjes bestonden uit pimpelmezen maar ook twee met een koolmezen familie. Helaas waren er ook nog een aantal kastje leeg maar er is nog een kans dat een bonte vliegenvanger zijn intrek neemt.
                                            Pimpelmeesjongen van ongeveer zeven dagen oud

Als de jongen worden geringd wordt de vleugelmaat en het gewicht gemeten om zo de ontwikkeling van de jongen te volgen. De meeste jongen zaten nu op een gewicht van zo’n 9-12 gram maar er waren ook een aantal uitschieters. Bij de familie Leistra en Hoenjet waren de jongen al aardig groot en er was één jong dat zelfs zwaarder was dan zijn moeder. Dit weten we omdat we de moeder ook hebben kunnen ringen en wegen. Op deze manier was mooi te zien dat het jong 19.5 gram woog en moeders 18.6 gram. Dat de jongen zwaarder worden dan de ouders is ook niet zo vreemd eigenlijk want ze worden helemaal volgestopt met voedsel en bewegen natuurlijk amper. Na ongeveer 18 dagen zullen de jongen uitvliegen maar zullen nog 2-3 weken van hun ouders afhankelijk blijven omdat ze zelf nog niet goed genoeg voedsel kunnen vinden. De vleugels en poten zijn nog niet sterk genoeg om geheel op eigen kracht te kunnen foerageren. Je zult in de schooltuin dan ook nog veel jonge vogels tegen kunnen komen die in de struiken gevoerd worden door de ouders. De jongen zij dan ook nog erg kwetsbaar voor predatoren. Maar zover is het nog niet en tot die tijd zal geprobeerd worden om de resterende jongen nog te ringen. Er waren namelijk ook nestjes waarbij de jongen de oogjes nog dicht hadden en dus nog te klein waren om te ringen.
 
                                 Pimpelmeesjongen die al een stuk ouder zijn. +/- 11 dagen oud    
                                                      Huize Hoenjet met vrouwtje Koolmees.

Hieronder is een overzicht weergegeven met de verschillende families en de bezetting. (klik op de afbeelding om te vergroten)
Tekst en foto's: Michiel Elderenbosch

donderdag 10 april 2014

Zichzelf aankledende insecten?

Kokerjuffers of schietmotten (orde Trichoptera) zijn vlinderachtige insecten. Volwassen kokerjuffers zijn te onderscheiden van dag- en nachtvlinders doordat de vleugels niet met schubben maar met haren bezet zijn. Om dit goed te kunnen zien is een binoculair  wel handig. De vrouwtjes leggen hun eitjes in, op of vlabij het water. Als de eitjes uitkomen blijven de larven in het water. Daar maken ze van die typische kokertjes wat ze zo bijzonder maakt. 
Deze kokertjes maken ze van allerlei materiaal: stukjes blad, takjes, zand en andere kleine rommeltjes die in het water te vinden zijn. Veel larven zijn aan de vorm en materiaal van hun gebouwde huisje te herkennen. Ze verpoppen in hun koker om vervolgens weer als schietmot verder te leven. Er komen ruim 180 soorten kokerjuffers voor in ons land. Ze hebben echter niet allemaal zo’n mooi huisje. Verder zijn kokerjuffers goede indicatoren voor de waterkwaliteit waarin zij zich bevinden. Een soortgroep om niet te vergeten bij onderzoek naar waterkwaliteit!
Op het landgoed komen drie soorten kokerjuffers voor. Het is echter erg moeilijk deze fascinerende beestjes te determineren. Weet jij welke soorten dit zijn? Zoek ze eens op in het poeltje op het braakliggende stuk grond achter school. 
Tekst en foto's: Gijs Bouwmeester
Bron: www.repository.naturalis.nl

donderdag 3 april 2014

Energiezorg: het groen denken in ‘huis’ halen

Het voorjaar is weer begonnen en langzaam wordt het landgoed weer groener. In deze blog gaan we in op een iets andere manier van groen. De prachtige natuur die we vinden op het landgoed is natuurlijk geweldig, maar zal het niet ook prachtig zijn als het gebouw van VHL ook ‘vergroent’? De eerste stappen worden al gezet voor vergroening en verduurzaming binnen VHL.

Eén van de eerste stappen is het opzetten van energiezorg binnen VHL Velp, maar wat houdt dat nu in? Stagiair Erik Heemsbergen (student milieukunde VHL Leeuwarden) verwoordt het als volgt: “Energiezorg is een verantwoordelijke manier van omgaan met je omgeving, met het oog op continue verbetering van je energie huishouding.”


Erik is vanuit zijn stage bezig met de ontwikkeling van energiezorg bij ons op landgoed Larenstein. Hierbij is het belangrijk dat er eerst een ‘energie consumptie analyse’ gedaan wordt. Hoeveel energie wordt er gebruikt in verschillende ruimtes? Probeer daar maar eens achter te komen, als je alleen weet hoeveel het totale jaarlijks gebruik is voor het hele gebouw.

Om hier achter te komen deelt Erik, aan de hand van gemiddeld dagelijks gebruik, het gebouw op in 4 categorieën: Onderwijsruimten (lokalen, collegezalen, ect.), personeelsruimten (kantoren, ect.), algemene ruimten (gangen, aula, wc’s, ect.) en overige ruimten (mediatheek, repro, catering, ect.). Tezamen met het aantal energie gebruikende apparaten per ruimte kan er vervolgens een schatting van het energieverbruik worden gemaakt.


Waarom wil VHL dit weten? Aan de hand van de energie consumptie analyse kunnen de gedragsmatige en technische aspecten in kaart gebracht worden. Van waaruit beleid, betrokkenheid en technische veranderingen kunnen worden toegepast. Daarom gaat energiezorg ook verder dan alleen energie; het gaat over keten efficiency. Hierbij wordt gekeken naar energiestromen, maar bijvoorbeeld ook afvalstromen.

Energiezorg is een proces van continue verbetering. Langzaam wordt VHL van binnen ook groener. Zijn de plastic inzamelpunten je al opgevallen?
  

Geschreven door Erik Versluijs & Erik Heemsbergen