vrijdag 1 maart 2013

Kruipend en sluipend over Landgoed Larenstein


Wat doe jij, als je vakantie hebt? Precies, dan ga je kruipend op handen en knieën over Landgoed Larenstein! Alle boomstammetjes die ik op het landgoed tegen kwam heb ik omgedraaid, op zoek naar leuke soorten om over te schrijven. Ik hoopte stiekem op in ieder geval één leuke keversoort. Helaas, dat zat er niet in. Ik trof twee tot drie soorten pissebedden aan, maar nu ben ik niet bepaald een ‘pissebeddenexpert’, dus de foto’s zijn voor het archief en ik ging op zoek naar een iets minder verborgen levende soort. Terwijl ik over het parkeerterrein van Helicon liep, zag ik vanuit mijn ooghoek een houtduif omringd door koolmezen, pimpelmezen en een gaai die een buizerd imiteerde. Toen ik iets beter keek, was de houtduif best slank en veel te roestbruin. Ik stond oog in oog met dit sperwer mannetje (Accipiter nisus). 
  
Nou ja oog in oog, dat viel tegen. Hij zat goed verscholen, en trok zich niets aan van alle zangvogeltjes om hem heen. Als een twitcher die een baltimoretroepiaal zag, spoedde ik mij naar de andere kant van de beplanting waarin de sperwer zich schuilhield. Sluipend over het grindpad van de demotuinen viel het een beetje tegen, maar ook de achterkant van deze sperwer kreeg ik te zien.

  
Sperwers zijn vaak overvliegend en rondcirkelend boven het landgoed waar te nemen. Je hoeft er niet eens voor naar buiten! Vanuit de mediatheek en andere (computer)lokalen, maak je een goede kan een overvliegende sperwer te zien. In de vlucht is goed te zien dat het vrouwtje groter is dan het mannetje. Dit wordt geslachtsdimorfisme genoemd en kan voor een sperwer verschillende voordelen hebben. Het grotere vrouwtje kan effectiever de soms wel zeven eieren uitbroeden. Het mannetje, dat handiger en wendbaarder is, kan beter kleine vogels vangen. Daarentegen kan het vrouwtje grotere prooien vangen en helpt het mannetje bij de jacht, wanneer de jongen ongeveer twee weken oud zijn en niet meer alleen door het mannetje gevoed kunnen worden. Sperwers kunnen onder gunstige omstandigheden in het wild tot twintig jaar oud worden. De sterfte onder juveniele vogels is met vijftig tot zeventig procent in het eerste levensjaar vrij hoog. Dit heeft alles te maken met de onstuimige manier van jagen van de sperwer. De onervaren jonge sperwers verongelukken tegen auto’s, ramen, hekken en andere hindernissen welke zij tijdens de jacht tegenkomen of ze verongelukken tijdens de trek over grote wateren. Een deel valt ten prooi aan grotere roofvogels en uilen.

Tekst en foto’s: Tamar Braaksma
Bron: Felix Heintzenberg, Roofvogels en uilen; alle soorten van Europa. Tirion Natuur, 2008.

Geen opmerkingen: